De Argentijnse Zee staat op het punt opnieuw het decor te worden van een omvangrijke wetenschappelijke campagne na de besloten Talud Continental IV expeditie, die in juli en augustus door het hele land werd gepromoot. Van 14 december tot 10 januari 2026 zal het schip Falkor (too) een reis maken van de stad Buenos Aires naar Puerto Madryn met de missie om de minst onderzochte mariene omgevingen van de planeet te bestuderen.
Het project, dat “Leven aan de Extremes” wordt genoemd en onder leiding staat van María Emilia Bravo van de Faculteit der Exacte en Natuurwetenschappen van de UBA en onderzoeker bij CONICET, brengt een multidisciplinair team van 25 wetenschappers samen, zowel Argentijnen als internationale experts. Ze zijn vastbesloten om de impact van methaanlekken op de continentale helling en de chemiosynthetische ecosystemen daar te analyseren, zoals officieel vermeld door de universiteit.
Volgens Bravo is het hoofddoel van deze campagne het systematische en visuele onderzoek van extreme omgevingen op grote diepten voor de Argentijnse kust. Dit omvat koude lekken en alle levensvormen die daarbij horen. “We willen ontdekken hoe de biodiversiteit, functies en habitats van deze diepe benthische ecosystemen zijn gestructureerd en met elkaar interageren,” voegde Bravo toe in een gesprek.
De expeditie voorziet in live-uitzendingen en openbare toegang tot gegevens, zodat het algemene publiek en de wetenschappelijke gemeenschap de exploratie nauwlettend kunnen volgen, net zoals bij de vorige studie. De expeditie belooft een vooruitgang in de kennis van abissale biodiversiteit en stimuleert de ontwikkeling van nieuwe strategieën voor milieumonitoring van diepe oceaanbodems.
Een Diepzeewetenschappelijke Reis
Deze expeditie sluit de serie campagnes van de Falkor (too) in Argentijnse wateren af. Tijdens deze campagne zullen wetenschappers onderzoek doen naar koude lekken – ontsnappingen van gassen en vloeistoffen uit de zeebodem die op lage temperatuur naar boven komen en de ontwikkeling van unieke ecosystemen mogelijk maken.
De onderzoeken zullen worden uitgevoerd in drie belangrijke gebieden van de Argentijnse Zee: het Salado Bekken, het Malvinas Bekken en de Colorado-Rawson Bekkens. Deze gebieden zijn geselecteerd op basis van recente detectie van methaanemissies, wat de kans suggereert op het vinden van biologische gemeenschappen die zich hebben aangepast aan extreme omstandigheden, ook bekend als chemiosynthetische ecosystemen.
Bravo gelooft dat de internationale ervaring in gedetailleerd onderzoek naar deze type oceaangebieden de ontdekking van talrijke nieuwe soorten voor de wetenschap zal bevorderen. Tevens geeft ze aan dat de expeditie mogelijk ongekende kenmerken van biodiversiteit, de trofische structuur en de interactie tussen organismen en omgeving in de gebieden van koude lekken zal onthullen.
Geavanceerde Technologie en Internationale Samenwerking
De expeditie zal gebruik maken van geavanceerde technologie, waaronder het op afstand bediende onderwatervoertuig SuBastian, dat eerder is ingezet tijdens de Talud Continental IV en de Uruguay Sub 200 expeditie. Dit heeft de capaciteit om tot 4.500 meter te duiken voor het verzamelen van monsters en het maken van directe beelden van de oceaanbodem.
De Falkor (too) biedt laboratoria met de nieuwste technologie, variërend van akoestische sensoren voor zeebodemmapping tot exclusieve apparaten voor het verzamelen van grote volumes milieu-DNA. Deze infrastructuur maakt het mogelijk water, sedimenten, biologisch materiaal en zelfs rotsen te verzamelen, wat de analyse van fysieke, chemische en biologische processen op grote diepte optimaliseert.
Deze internationale samenwerking versterkt het bereik van deze campagne, met de prestigieuze Amerikaanse mariene ecologe Lisa Levin, die bekend is om haar studies over chemiosynthetische ecosystemen, wat de resultaten versterkt en deze missie tot een van de meest uitgebreide in de regio maakt.
Het onderzoek heeft ook als doel meer kennis te verwerven over de aanwezigheid en rol van microplastics in diepe gebieden, aangezien deze depressies de structuur en het functioneren van benthische gemeenschappen aanzienlijk kunnen wijzigen.
Met de voortgang van deze missie zal er een beter begrip komen van de kwetsbaarheid van deze gemeenschappen tegenover bedreigingen zoals klimaatverandering en menselijke impact. Een van de belangrijkste doelstellingen is om alle verzamelde gegevens te gebruiken voor het ontwerpen van strategieën voor milieumonitoring en om duurzaam beheer van diepe oceaanecosystemen te versterken.
Het blijft nu nog te ontdekken hoe deze chemiosynthetische gemeenschappen zijn gestructureerd en hoe ze interageren met de vloeistofstromen in de diepte. Dankzij het ontwerp van het project zal er een systematische benadering zijn van deze vragen die leidt tot regionale integratie van het onderzoek naar deze unieke ecosystemen.







