De wereldklimakonferentie nadert zijn einde, maar de spanningen over de toekomst van fossiele brandstoffen stijgen. Terwijl de conferentie (COP30) officieel vanavond zou eindigen, lijkt een verlenging onvermijdelijk. Een gebrek aan een duidelijk plan voor de afbouw van fossiele energie heeft geleid tot druk van Duitsland en andere landen.
Vlak voor het geplande einde van de conferentie is er een geschil ontstaan over de afbouw van olie, gas en kolen. Verschillende landen, waaronder Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Spanje, Colombia, Chili, Kenia en tal van kleine eilandstaten die bedreigd worden door de stijgende zeespiegel, hebben in een dringend verzoek om ambitieuzere resultaten gevraagd.
“We kunnen geen resultaat ondersteunen dat geen plan bevat voor een geordende en rechtvaardige afbouw van fossiele brandstoffen,” heeft een groep van meer dan 30 landen verklaard. Ze hebben de Braziliaanse voorzitters gevraagd om een herzien voorstel te presenteren dat de ideeën van de meerderheid weerspiegelt en het proces weer evenwicht, ambitie en geloofwaardigheid geeft. De huidige tekst voldoet echter niet aan de minimale vereisten.
De EU-klimakommissaris, Wopke Hoekstra, uitte zijn teleurstelling over het gebrek aan ambitie in de emissiereductiemaatregelen van de huidige tekst. Carsten Schneider, de Duitse minister van Milieu, benadrukte dat het huidige voorstel niet acceptabel is: “Zo kan de tekst niet blijven.” Hij pleitte voor meer concrete vooruitgang op het gebied van klimaatbescherming.
André Corrêa do Lago, de Braziliaanse president van de conferentie, riep de onderhandelaars op tot compromissen. Hij benadrukte dat het niet gaat om winnen of verliezen, maar om een consensus van bijna alle landen ter wereld. “De wereld kijkt naar ons,” zei hij. Een gebrek aan overeenstemming zou de tegenstanders van internationale samenwerking in de hand spelen, waaronder de Verenigde Staten, die de conferentie hadden gemeden.
Volgens een vertrouwelijke onderhandelaar verzetten verschillende landen zich tegen een besluit over het deze afbouw. Dit omvat landen als China, India, Saoedi-Arabië, Nigeria en Rusland. Besluiten moeten met consensus van de ongeveer 190 deelnemende landen worden genomen.
De oproep tot een plan voor de afbouw van fossiele brandstoffen werd oorspronkelijk gedaan door de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva en was een centraal thema van de twee weken durende onderhandelingen in Belém. Tijdens een recent bezoek aan de conferentie zei Lula echter dat landen de afbouw van klimaatbeschadigende energiebronnen op een manier moesten uitvoeren die voor hen werkbaar is, zonder strikte deadlines op te leggen.
Milieuactivisten vrezen nu voor zwakke resultaten van de conferentie. Jan Kowalzig van Oxfam noemde het “eenvoudigweg onaanvaardbaar” dat de huidige voorstellen geen plan voor de afbouw van fossiele brandstoffen bevatten. Er is een algemene consensus nodig om landen als India en China te overtuigen, maar het is ook essentieel om rijke olieproducerende landen zoals Saoedi-Arabië te isoleren.
De afgelopen jaren zijn de onderhandelingen vaak met enkele uren of zelfs dagen verlengd. Door recente onderbrekingen, zoals een brand tijdens de kritische onderhandelingsfase, is het onwaarschijnlijk dat dit jaar anders zal zijn.
Christoph Bals van Germanwatch hoopt dat er nog voldoende tijd is om allianties te vormen, en Viviane Raddatz van het WWF benadrukte de cruciale rol van de voorzitterschap in de huidige situatie. Het huidige tekstvoorstel moet worden verbeterd, maar er is nog genoeg tijd en ruimte om dit te realiseren.







