Waarschijnlijk heeft u ook wel eens foto’s gezien van de kleurrijke Noorderlichten. Maar heeft u al de kans gehad om dit spektakel live mee te maken? Laten we eens bekijken hoe Noorderlichten ontstaan.
Op het noordelijk halfrond worden Noorderlichten “Aurora Borealis” genoemd, terwijl ze op het zuidelijk halfrond “Aurora Australis” heten. Deze prachtige lichtverschijnselen ontstaan door geladen deeltjes die door de zon richting de aarde worden geschoten, ook wel de zonnewind genoemd. Deze deeltjes bestaan uit vrije elektronen en waterstofkernen (plasma). Normaal gesproken bereikt deze stroom van deeltjes de aarde met een snelheid van ongeveer 400 km per seconde binnen twee tot drie dagen. Ter vergelijking: het zonlicht doet er acht minuten over om ons te bereiken.
Bij zonnevlammen komen veel grotere hoeveelheden deeltjes vrij die met snelheden tot wel 2500 km per seconde de ruimte in worden geslingerd. Dit fenomeen staat bekend als een coronaal massa-uitwerp (CME), dat ons in extreme gevallen al na 15 tot 18 uren kan bereiken. Vanwege deze tijdsparameters is een voorspelling van Noorderlichten slechts zinvol voor de komende twee tot drie dagen; sterke gebeurtenissen zijn vaak pas uren van tevoren waarneembaar.
Onze aarde wordt beschermd door een magnetisch veld, waardoor deze geladen deeltjes niet door het veld heen kunnen dringen en naar de polen worden afgeleid. Alleen daar laat de vorm van het magnetische veld een diepere indringing van de deeltjes in de atmosfeer toe. Op hoogtes tussen de 100 en 400 kilometer stimuleren deze deeltjes voornamelijk zuurstof- en stikstofatomen om te gloeien. Hierbij worden elektronen in hogere energieniveaus gebracht. Wanneer deze weer terugvallen naar hun lagere niveaus, wordt er licht uitgestraald. Stikstof straalt blauw licht uit, terwijl zuurstof groen en rood licht produceert. Het rode licht wordt daarbij in hogere luchtlagen afgegeven dan het groene.
De frequentie van het optreden van Noorderlichten hangt af van de zonactiviteit, die cyclusgewijs elke 11 jaar een maximum bereikt, wat de kans op het zien van Noorderlichten vergroot. De laatste actieve fase tussen 2012 en 2015 was relatief zwak. Echter, de huidige zonnencyclus lijkt beter te zijn, met meerdere sterke zonnevlammen in 2024 en 2025, waarbij het Noorderlicht zelfs tot in Zuid-Duitsland te zien was.
Maar in welke regio’s kunnen we doorgaans Noorderlichten zien? De geografische positie van de magnetische polen is hierbij van belang. In de afgelopen eeuw bevond de magnetische pool zich boven Noord-Canada en is deze langzaam naar het noorden verschoven, en ligt nu niet ver van de geografische pool. In een gordel rondom de magnetische pool, momenteel ongeveer tussen 65 en 75 graden noorderbreedte, komen Noorderlichten gedurende ongeveer 90 procent van alle nachten voor. In de pool zelf zijn ze iets minder frequent, met ongeveer 40 procent kans op verschijning. Naar het zuiden toe worden de Noorderlichten snel zeldzamer. Alleen in periodes van sterke zonnewind strekken de Noorderlichten zich uit tot middelmatige breedtegraden. In Noord-Duitsland zijn ze een paar keer per jaar waarneembaar, terwijl in het zuiden dit slechts een paar jaar in een actieve periode voorkomt.
Voor het beleven van deze natuurlijke show zijn Noord-Skandinavië en IJsland ideale bestemmingen. Echter, een reis naar de Noorderlichten moet niet in de hoogzomer worden gepland, wanneer het daar ’s nachts helemaal niet donker wordt. In de winter daarentegen is het vrijwel altijd donker, maar in sommige gebieden ook heel koud. Een goede compromis is de herfst, wanneer het in oktober al voldoende donker is zonder dat het al te koud is, en er overdag nog licht is voor andere activiteiten.
Noorderlichten zijn meestal groen. In Duitsland daarentegen zien we vaak een zwakke rode gloed. Dit komt doordat het groene deel uit lagere atmosferische lagen komt, die zich ten opzichte van Duitsland vaak onder de horizon bevinden. Foto’s van de Aurora zijn vaak zeer kleurrijk, zelfs wanneer het Noorderlicht in werkelijkheid slechts zwak was. Een camera kan met een belichtingstijd van maximaal 30 seconden veel licht opvangen. Vaak zijn Noorderlichten ook slechts fotografisch waarneembaar, terwijl ze voor het menselijk oog verborgen blijven. In vele nachten ziet de waarnemer slechts een zwakke en lichtgroene schittering. Indrukwekkende Noorderlichten zijn ook voor de waarnemer een spectaculair schouwspel. Terwijl zwakke Noorderlichten zich slechts nauwelijks bewegen, zijn de bewegingen bij heldere exemplaren duidelijk zichtbaar. Het hemelbeeld verandert continu en flikkert bijna.







