Verborgen Geheimen van het Neanderthaler Kannibalisme Onthuld!

Een recente studie van een verzameling Neanderthalerbeenderen ontdekt in de derde grot van Goyet (België) benadrukt het bestaan van selectief kannibalisme dat voornamelijk gericht was op volwassen vrouwen en kinderen, tussen de 41.000 en 45.000 jaar geleden.

Kannibalisme als symptoom van territoriale spanningen

Het biologische profiel van de slachtoffers, voor het eerst geïdentificeerd, onthult dat zij deel uitmaakten van een groep buiten de gemeenschap. Het lijkt erop dat zij zijn meegenomen om te worden geconsumeerd voor voedingsdoeleinden (bijvoorbeeld het selectief verwijderen van de onderste ledematen en het systematisch breken van botten om toegang te krijgen tot de voedzame merg), in plaats van binnen een ritueel kader, zoals gesuggereerd door de gelijkenissen met sporen gevonden op botten van dieren die door de bewoners van de Goyet-site zijn gegeten.

Extreme gedragingen in een concurrentiecontext

Deze bevindingen worden gepresenteerd door een internationaal onderzoeksteam en zijn recent gepubliceerd in Scientific Reports. De uitgrafte beenderen op de site, die aan individuen buiten de groep zijn toegeschreven, getuigen van gedragingen die waarschijnlijk samenhangen met intergroepsspanningen aan het einde van het Midden-Paleolithicum.

Door deze analyses in de context van het Midden-Paleolithicum (300.000 tot 40.000 jaar geleden, voornamelijk geassocieerd met Neanderthalers in Europa) te plaatsen, gekenmerkt door een sterke culturele diversiteit binnen de Neanderthaler-groepen en de opkomende aanwezigheid van Homo sapiens in aangrenzende gebieden, kan deze vorm van kannibalisme tegen specifieke buitenstaanders wijzen op de aanwezigheid van territoriale spanningen tussen groepen, voorafgaand aan de verdwijning van Neanderthalers in de regio.

Deze conclusies zijn gebaseerd op tien jaar onderzoek, waarbij de Goyet-collectie opnieuw is geëvalueerd met behulp van DNA-analyses, radiokoolstofdateringen, isotopische metingen om de geografische oorsprong van de individuen te bepalen, en virtuele reconstructies die een morfologische analyse van deze soms sterk fragmentarische menselijke beenderen mogelijk maakten.