Brussel onder druk: Landen dreigen akkoord te blokkeren tijdens COP30

Op de laatste dag van COP30 in Belém, Brazilië, dreigt de ondertekening van een cruciaal klimaatakkoord in gevaar te komen. Meer dan dertig landen, waaronder Frankrijk, hebben de alarmbel geluid en eisen dat de Braziliaanse voorzitter de tekst herziet. Hun belangrijkste eis is de opname van een routekaart voor de afbouw van fossiele brandstoffen in het definitieve akkoord, dat aan de internationale delegaties moet worden voorgelegd. Zonder deze aanpassing zijn zij niet bereid om het akkoord te ondertekenen.

De president van de COP30, diplomaat André Correa do Lago, heeft de afgelopen twee weken gewerkt aan een tekst die een consensus moet bereiken onder de bijna 200 aanwezige landen. Echter, de laatste versie van de tekst lijkt fossiele brandstoffen niet te vermelden, wat leidt tot frustratie en verdeeldheid onder de verschillende staten die deelnemen.

Een eerlijke transitie naar duurzame energie

De dringende noodzaak om over te stappen van olie, kolen en gas – de belangrijkste drijfveren van klimaatverandering – is opnieuw een hot topic aan tafel in Belém. Dit onderwerp was eerder moeilijk bespreekbaar gemaakt tijdens de COP28 in Dubai, maar heeft nu opnieuw de aandacht getrokken. President Lula van Brazilië pleit voor een “routekaart” om de afbouw van fossiele brandstoffen te versnellen, wat essentieel is voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.

In een gezamenlijke verklaring hebben de dertig landen hun onvrede geuit: “We zijn verplicht eerlijk te zijn: in de huidige vorm voldoet de voorgestelde tekst niet aan de minimale voorwaarden voor een geloofwaardig resultaat op deze COP. We kunnen geen tekst steunen die geen routekaart bevat voor een eerlijke, ordelijke en rechtvaardige transitie van fossiele brandstoffen.”

Hoewel landen als Colombia, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hun zorgen hebben geuit over de huidige situatie, moet er nog steeds overtuiging worden uitgesproken naar landen zoals China, India, Saoedi-Arabië, Nigeria en Rusland. Deze landen hebben tot nu toe een afwachtende houding aangenomen en lijkt het erop dat er nog veel werk verzet moet worden om tot een gezamenlijk akkoord te komen.