Een recent onderzoek aan de LTU toont veelbelovende mogelijkheden voor de toekomst van CO2-opslag. In plaats van het eeuwenlang opslaan van koolstofdioxide onder de zeebodem, biedt de methode van landopslag veel snellere resultaten, mogelijk binnen enkele jaren.
Op IJsland wordt landopslag al met succes toegepast, en wetenschappers hopen dat deze techniek ook in Zweden effectief zal zijn. Er zijn ongeveer twintig locaties in het land onderzocht, en de resultaten suggereren dat de ondergrond rond Sundsvall en Örnsköldsvik potentieel heeft voor de opslag van CO2.
“We beschikken over de technologie en expertise om aanzienlijke hoeveelheden CO2 te vangen, maar we hebben momenteel geen plek om het op te slaan,” zegt Glenn Bark, een van de onderzoekers.
Noodzaak van Wetgeving in Zweden
Bark wijst erop dat er naast het onderzoek meer moet gebeuren voordat CO2-opslag werkelijkheid kan worden. Zo ontbreekt het Zweden momenteel aan wetgeving die het mogelijk maakt om CO2 op te slaan.
“Als we de mogelijkheid hebben om delen van onze uitstoot op eigen bodem te vangen en op te slaan, is dat een stap vooruit. Het is echter cruciaal om te benadrukken dat we ook onze emissies moeten verminderen. We moeten CO2-opslag beschouwen als een aanvulling op aanzienlijke vermindering van uitstoot,” voegt Bark toe.
Hoe Werkt CO2-Opslag op Land?
Bij landopslag wordt CO2 gevangen, opgelost in water en vervolgens in de ondergrond geïnjecteerd. Deze zure vloeistof reageert met de gesteenten en vormt carbonaatmineralen, waardoor de koolstofdioxide wordt omgevormd tot steen.
Met de juiste ontwikkelingen en regelgeving zou deze innovatieve benadering van CO2-opslag wel eens een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de strijd tegen klimaatverandering en de verduurzaming van onze samenleving.







