Het onderwerp Kunstmatige Intelligentie (KI) is inmiddels een integraal onderdeel van het dagelijks leven van veel mensen. Deze week vond er een groot congres plaats in Graz, waar honderden deelnemers discussieerden over het gebruik van KI.
Menselijke Domein van Kenniscreatie
Ook in het onderwijs, zowel op scholen als aan universiteiten, neemt de KI steeds vaker zijn intrek. Voor docenten wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden of een tekst geschreven is door een mens of door KI. Jana Lasser van de Universiteit Graz houdt zich uitgebreid bezig met dit onderwerp. In een interview met een lokale nieuwsredacteur benadrukt ze dat KI de kennis in boeken nooit zal kunnen vervangen.
Kennis en Sociale Media
Hoe om te gaan met het gebruik van Kunstmatige Intelligentie in sociale media en welke gevaren hierbij op de loer liggen, komt ook aan bod in het interview met Lasser. Ze stelt dat het beschikbare kennis nooit nutteloos zal worden. “Kunstmatige Intelligentie kan deze kennis absorberen, samenvatten en mogelijk ook in nieuwe vormen hergeven. Maar zonder menselijke input kan KI geen nieuw inzicht of kennis genereren”, benadrukt ze.
Zijn We Voorbereid op de Toekomst?
Tot nu toe heeft de Kunstmatige Intelligentie onze onderwijssector diepgaand veranderd. Hoe goed zijn we voorbereid op deze veranderingen? “Vanuit mijn perspectief als docent ben ik er sterk van overtuigd dat we goed voorbereid zijn, omdat de Kunstmatige Intelligentie het mogelijk maakt om eenvoudig goed klinkende teksten te genereren”, zegt Lasser. Dit stelt ons voor de uitdaging om niet langer te vertrouwen op de authenticiteit van de teksten die door studenten worden ingeleverd; deze kunnen immers ook door KI zijn geschreven.
Fluch of Zegen?
Bijna iedereen maakt inmiddels op de een of andere manier gebruik van toepassingen waarin KI voorkomt. Welke vaardigheden moeten we ontwikkelen om deze toepassingen op een verantwoorde manier in te zetten? “Wat generatieve KI doet, is teksten, maar ook beelden en video’s produceren die waarschijnlijk lijken, goed ogen en goed leesbaar zijn,” legt Lasser uit.
Het gaat om het genereren van woorden, gebaseerd op de voorgaande woorden, zonder dat men zich volledig kan baseren op de inhoud. “Momenteel zie ik deze toepassingen in de praktijk meer als een vloek dan als een zegen, hoewel ik geloof dat ze uiteindelijk ook een zegen kunnen zijn,” voegt ze toe.







