Waarom de COP30 in Belém geen doorbraak bracht voor het klimaat

Mutirão was het buzz-woord tijdens COP30, de klimaattop in Belém. Dit woord komt uit de taal van inheemse Zuid-Amerikaanse volkeren en betekent zoiets als ‘collectieve inzet’. Desondanks bleek dat er tijdens de twee weken durende onderhandelingen in Brazilië weinig sprake was van daadwerkelijke collectiviteit. De resulterende slotverklaring bevatte veel ‘bevestigingen’, ‘herinneringen’ en ‘erkenningen’, maar weinig concrete afspraken.

Het feit dat Brazilië, met een goed voorbereid team onder leiding van de ervaren diplomaat André Corrêa do Lago, zo weinig heeft bereikt is pijnlijk. Alle betrokken partijen, inclusief Europa, moeten zich deze tekortkoming aanrekenen. Europa arriveerde met een verzwakt gezamenlijk standpunt, terwijl het de ambitie had om een leidende rol te spelen.

De ambities van Brazilië waren groot. Deze dertigste klimaattop markeerde bovendien de tiende verjaardag van het succesvolle Parijsakkoord, en vond plaats in het land dat in 1992 tijdens de Earth Summit in Rio de Janeiro erkende dat de opwarming van de aarde een van de grootste uitdagingen voor de mensheid is.

Het mislukken van de onderhandelingen in Belém had vooral te maken met het gevoelige thema van fossiele brandstoffen. Slechts twee jaar geleden werd dit onderwerp voor het eerst opgenomen in de slotverklaring van een klimaattop. In Dubai, midden in de olieproducerende wereld, werd in 2023 vastgesteld dat landen plannen moesten ontwikkelen voor het afbouwen van het gebruik van kolen, olie en gas.

Fossiele brandstoffen zijn de grootste veroorzakers van klimaatverandering. Zonder een stoppen of een transitie daarvan, is het ondenkbaar dat de mensheid de strijd tegen de klimaatcrisis kan winnen. Hoewel de bewoordingen in de slotverklaring van Dubai voorzichtig waren, stond er duidelijk dat landen afstand moesten nemen van fossiele brandstoffen.

Na het negeren van dit thema in Azerbeidzjan, waar olielanden het onderwerp dwongen te onderdrukken, beloofde Brazilië om dit onderwerp opnieuw te bespreken. Helaas leidde dit tot niets, aangezien Saoedi-Arabië en Rusland zich verzetten tegen de voorstellen.

Tijdens de laatste plenaire vergadering dreigde Colombia de slotverklaring te blokkeren. Daniela Durán González stelde namens Colombia dat Brazilië deze klimaattop had uitgeroepen tot „COP van de waarheid”. Volgens haar kan een COP van de waarheid geen uitkomst accepteren die de wetenschappelijke consensus negeert. Het wetenschappelijk klimaatpanel (IPCC) heeft vastgesteld dat bijna 75 procent van de CO2-emissies afkomstig is van fossiele brandstoffen, wat betekent dat er geen voortgang mogelijk is zonder hierover te kunnen spreken.

Durán González trok na twee weken van moeizame onderhandelingen de enige juiste conclusie: “Het ontkennen van de best beschikbare wetenschap brengt niet alleen deze klimaatonderhandelingen in gevaar, maar ons hele bestaan. Welke boodschap sturen we hiermee de wereld in?”