De Verrassende Geschiedenis van Soldatenplanten in de Lorraine

In de regio Meurthe-et-Moselle en Lorraine zijn er vele bijzondere plantensoorten te vinden, die op unieke wijze zijn verspreid door legers tijdens grote oorlogen. Deze planten hebben zich genesteld in het landschap, vaak via hooi en bedding, of zelfs in de zakken van soldaten, van zowel de Wehrmacht als de Amerikaanse troepen in de Eerste Wereldoorlog. Jaren later hebben ze het gebied veranderd en de biotopen beïnvloed.

Volgens botanicus François Vernier, die deze planten heeft geclassificeerd in een gedocumenteerd boek vol anekdotes en historische feiten, zijn er ongeveer twintig verschillende soorten die als «obsidionale planten» worden aangeduid, een term die afkomstig is van het Latijnse «obsidionalis», wat verwijst naar militaire belegeringen. Vernier heeft tientallen jaren gewijd aan het onderzoeken van deze fenomenen, en zijn boek «Planten obsidionales, de verrassende geschiedenis van soorten die door legers zijn verspreid» is een waardevolle bron die het resultaat is van deze inspanningen.

De regio Lorraine, die een geschiedenis van mengculturen en conflicten heeft, heeft talloze zaden en planten verwelkomd die met de troepenbewegingen zijn meegekomen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld, kwamen veel soorten, vooral afkomstig uit de Verenigde Staten en Duitsland, naar deze gebieden door het gebruik van dieren en goederen.

Onder de nieuwkomers zijn soorten zoals de witte alysson, met zijn delicate porseleinen bloemen, en de veldgeranium, die mooie blauwtinten vertoont. Deze planten hebben hun weg gevonden langs kanalen en spoorwegen, maar blijven over het algemeen beperkt tot de gebieden waar ze zijn aangekomen. Een ander voorbeeld is de blauwogige grassoort, die door de Amerikanen in 1917 in Lorraine werd geïntroduceerd en zich door de Vosges en Meurthe-et-Moselle heeft verspreid, totdat hij uiteindelijk in de Meuse terechtkwam.

Niet alle planten zijn rustig gebleven; sommige hebben zich wijd verspreid en zorgen voor bezorgdheid. De gestreepte glyceria, een grassoort die in de bagage van Amerikaanse soldaten aankwam, verscheen in 2000 in de regio, mogelijk als gevolg van de storm Lothar. Het lijkt erop dat de storm de slapende zaden uit de Eerste Wereldoorlog heeft doen ontwaken.

Daarnaast is er ook de zorgwekkende expansie van de Oosterse raket, die zijn felgele bloemen in overvloed toont. Deze plant, die ooit als voer diende voor de paarden van de Cossakken tijdens hun achtervolging van de Napoleontische troepen in 1814, heeft nu de aandacht getrokken vanwege zijn overvloedige groei.

De geschiedenis van deze «soldatenplanten» biedt niet alleen inzicht in de biodiversiteit van de regio, maar ook in de impact die oorlog heeft op het milieu. De cultuurelementen, die door oorlog en conflict zijn meegebracht, hebben onze prachtige natuur een unieke draai gegeven.