De 30ste conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP 30) in Belém, Brazilië, is geen gewone internationale bijeenkomst. COP markeert de kwetsbaarheid van intergouvernementele samenwerking in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
Twee wereldmachten, de Verenigde Staten (VS) en China, hebben geen invloedrijke vertegenwoordigers gestuurd. Dit leidde tot een chaos in de samenkomsten binnen COP. Hoewel landen uit het Amazonegebied aanwezig waren met urgente boodschappen van nood en hoop, waren de grotere spelers verdeeld.
De atmosfeer in Belém weerspiegelt deze tegenstrijdigheden. De extreme hitte die de aarde de afgelopen drie jaar teistert, heeft grote gevolgen voor ons leven. Zo zijn er regio’s waar honderden rivierdolfijnen zijn gestorven in wateren van 41°C, terwijl wereldleiders proberen de geloofwaardigheid van een gebroken internationaal systeem te herstellen.
Tijdens COP 30 lanceerde de Braziliaanse president Inácio Lula da Silva het Tropical Forests Forever Fund (TFFF), gesitueerd als een voorbeeld van groene kapitalisme, met een initiële beloofde financiering van $5,5 miljard, waarvan een deel afkomstig is uit Indonesië.
Eenvoudig gezegd, TFFF is geld bedoeld om landen en gemeenschappen te belonen die erin slagen hun bossen te behouden. Deze financiering beëindigt het tijdperk van voorwaardelijke donaties die beloven voordelen voor investeerders en milieuactivisten.
De TFFF-initiatiatieven zijn erop gericht om milieuwetgeving en marktlogica op één lijn te brengen. De mate van succes hangt echter af van de berekening van de winst die nodig is om ontbossing te voorkomen. Dit weerspiegelt het dilemma van de 21ste eeuw: het verzoenen van economische ambities met de duurzaamheid van de aarde.
Het TFFF zit vol economische termen, waardoor het lijkt alsof het Amazonegebied een laboratorium is dat winst en conservering combineert. Minister van Financiën Fernando Haddad van Brazilië, die streeft naar een publieke fondsenwerving van $10 miljard voor TFFF, beschouwt deze structuur als een pragmatische revolutie. Ondertussen stelt minister van Milieu Marina Silva dat TFFF een investering is, geen donatie.
Buiten COP 30 is er echter weinig optimisme. Jongeren uit inheemse gemeenschappen hebben de Yaku Mama-reis gemaakt en meer dan 3.000 km over rivieren gevaren om te demonstreren. Ze eisten gerechtigheid, aangezien internationale klimaatfinanciering voor inheemse gemeenschappen extreem laag is, met minder dan 1% van de beschikbare middelen. Inheemse volken helpen immers om zo’n 80% van de natuurlijke ecosystemen wereldwijd te behouden.
De jonge mensen in het Amazonegebied zijn ook politieke actoren. Ze verzetten zich tegen de Global North, die voortdurend verantwoordelijkheden afschuift zonder significante middelen te delen.
De afwezigheid van Donald Trump (VS) en Xi Jinping (China) versterkt de vacuümgevoelens binnen de diplomatieke arena. Trump verwerpt de wetenschappelijke consensus en beschouwt milieuactivisme als een economische belemmering. China daarentegen heeft invloedrijke vertegenwoordigers gestuurd en nieuwe klimaatdoelstellingen gepresenteerd. Ze tonen zich sterker dan de VS en investeren in groene technologie, maar zijn meer gericht op hun eigen binnenlandse groei.
Dit resulteert in een wereld zonder duidelijke klimaatzwaartekracht. Elk land lijkt te handelen volgens zijn eigen belangen. Geconfronteerd met deze situatie probeert Brazilië een bemiddelende rol te spelen tussen de industriële Noord-groepen en de Zuidelijke landen die het milieu willen beschermen. Brazilië zoekt ook de nabijheid van de Europese Unie en herstelt het debat over milieurechtvaardigheid.
Pablo Sánchez, de premier van Spanje, herinnerde in zijn toespraak eraan dat klimaatverandering in zijn land al meer dan 20.000 doden heeft veroorzaakt in de afgelopen vijf jaar. De Europese toon benadrukt een oppositie tegen de ontkenning vanuit Washington.
De Europese Unie probeert zijn normatieve leiderschap te herbevestigen, maar staat voor interne verdeeldheid en druk vanuit de industrie die de transitie tegenwerkt. Hierdoor lijkt Belém een symbolisch podium te worden voor de strijd om legitimiteit. Multilateralisme probeert te overleven temidden van politieke verdeeldheid en het commercialiseren van milieuzaken.
Ondertussen worden de effecten van de opwarming van de aarde steeds urgenter. Extreme droogte in het Amazonegebied, massale vissterfte en waterschaarste in rivierenillustreren de erosie van een systeem dat zijn kritische grenzen heeft overschreden.
Wetenschappers waarschuwen dat delen van het bos de onomkeerbare grens naderen: wanneer uitgestrekte gebieden veranderen in verwoeste savannes. De ecologische crisis vermengt zich met een humanitaire crisis. Duizenden kinderen verliezen toegang tot scholen en voedsel in de maanden van extreme droogte.
De dagelijkse drama’s in deze regio weerleggen elk optimistisch klimaatverhaal. COP 30 probeert deze symbolische en politieke instorting recht te zetten, met Brazilië dat inzet op een derde pad van milieudiplomatie, gebaseerd op integratie van technologie, sociale inclusie en economische pragmatiek.
Echter, er blijft twijfel bestaan: zal het Fonds voor de Eeuwige Bossen een nieuwe milieuovereenkomst vertegenwoordigen, of slechts een financiële opsmuk zijn van dezelfde extractieve logica? Het succes van dit project hangt af van onze veerkracht om de verleiding te weerstaan om meer winst te genereren door bomen te kappen dan door ze te verzorgen.
De bijeenkomsten en toespraken tijdens COP 30 laten een gemengd gevoel achter. Tussen beloften van samenwerking en strategische stilte ontstaat het besef dat de tijd om te diplomatie voeren steeds langer wordt, terwijl de tijd om klimaatproblemen aan te pakken steeds korter wordt. Dit alles komt samengevoegd in een globale discussie over klimaatverandering die ook een spiegel is voor de crisis binnen de internationale governance.
De uitdaging ligt niet langer in het formuleren van toezeggingen, maar in het omzetten ervan in daadwerkelijke actie die wetenschap, politiek en samenleving verbindt. Belém symboliseert dit keerpunt: de grens tussen retoriek en levensduur.







