Recente waarnemingen van de bijzondere komeet 3I/ATLAS onthullen een aantal intrigerende anomalieën die niet alleen tot de verbeelding spreken, maar ook een nieuwe kijk op interstellair onderzoek mogelijk maken.
Op 14 november 2025 werd er voor het eerst gerapporteerd dat 3I/ATLAS een nauwe absorptiesignatuur uitzond op 1665 en 1667 MHz—frequenties die al lange tijd door SETI-onderzoekers worden beschouwd als belangrijke kanalen voor interstellair communicatie. Dit was geen gewoon lawaai, maar een heldere, smalle signatuur die onder normale omstandigheden zeer zeldzaam is.
Op 30 november 2025 kwamen er nog vreemdere waarnemingen naar voren. Astronoom Avi Loeb van Harvard toonde de helderste beelden tot nu toe van 3I/ATLAS aan, waaruit een pulserende jetstructuur bleek. Deze jets lijken te variëren in helderheid volgens een ritme van 16.16 uur, wat aanvankelijk verkeerd werd geïnterpreteerd als rotatievariabiliteit van de kern. Echter, de kern is eenvoudigweg te zwak om dit soort variatie te produceren; de jet zelf is de bron.
Wat deze twee ontwikkelingen opmerkelijk maakt, is de timing: zowel de radio-signatuur als de jetactiviteit werden binnen twee weken ontdekt en volgen een vergelijkbare logica. Dit wijst op controle en structuur, iets wat we normaal gesproken niet ervaren bij natuurlijke kometen, die doorgaans chaotische uitgasingen en onvoorspelbare jets produceren.
Wat we waarnemen bij 3I/ATLAS is een nieuw soort periodiciteit: jets die oplichten bij specifieke oriëntaties van het object, wat een hartslagachtig patroon veroorzaakt. Bij een uitstroombedrijf van 440 meter per seconde zou een cyclus van 16.16 uur net genoeg materie kunnen uitstoten om de waargenomen fluctuaties te verklaren.
De jets lijken bovendien niet alleen stabiel in richting, maar behouden ook een vaste oriëntatie ten opzichte van achtergrondsterren. Dit is moeilijk te rijmen met natuurlijke stofjets die normaliter reageren op zonlicht en rotatie. Hier lijkt het erop dat er een intern mechanisme aan het werk is dat deze jets in een specifieke richting afvuurt, onafhankelijk van de zon.
De vraag rijst nu: zijn deze anomalieën met elkaar verbonden? Eén mogelijkheid die Loeb voorstelt, is dat een technologisch object de jets kan gebruiken om voortstuwing te creëren. Dit zou de waargenomen nauwe absorptiesignatuur kunnen verklaren, waarbij de jets niet alleen massa uitstoten, maar ook de omgeving rond 3I/ATLAS op een voorspelbare manier moduleren.
Als 3I/ATLAS intelligent of gecontroleerd is, wat is dan het doel ervan? De pulserende jets zouden kunnen fungeren als een voortstuwingscyclus, een stabilisatiesysteem of zelfs een signaal. De absorptielijnen kunnen een bijproduct van deze activiteit zijn, of iets dat opzettelijk is bedoeld.
Naarmate we dichterbij de nadering op 19 december komen, zal het essentieel zijn om de timing tussen de pulserende jets en herhaalde radioabsorptie met grote precisie te volgen. Als beide systemen hetzelfde ritme vertonen, kunnen we een sterke indicatie hebben dat 3I/ATLAS zich niet gedraagt als een komeet, maar als iets veel geavanceerders.
Het bewijs stapelt zich op en wijst in een duidelijke richting. We blijven elke afbeelding en frequentie monitoren naarmate er nieuwe gegevens binnenkomen.







