António Damásio is al tientallen jaren een van de meest prominente neurowetenschappers ter wereld. Zijn onderzoek heeft ons geleerd om de mens op een andere manier te bekijken, en om het begrip van gedrag, gevoelens en emoties te herzien. Als hoogleraar en directeur van het Brain and Creativity Institute aan de Universiteit van Zuid-Californië in Los Angeles, presenteert hij in zijn nieuwste boek, A Inteligência Natural & a Lógica da Consciência, een vernieuwende visie op de relatie tussen de hersenen en het lichaam. Hij legt op een simpele manier de complexiteit van onze biologische toestand uit.
In een recent gesprek benadrukt Damásio hoe onze natuurlijke intelligentie verschilt van de opkomende kunstmatige intelligentie (AI). Hij stelt dat de natuurlijke intelligentie de perfecte combinatie is van ons lichaam en de intelligentie die onze hersenen ons bieden. Dit gaat verder dan alleen cognitieve processen; het omvat ook de affectieve component, die hij de “Feeling Mind” noemt.
Terwijl AI ons soms bang maakt, stelt Damásio dat de kwetsbaarheid van de menselijke ervaring cruciaal is voor het begrijpen van wat AI kan worden als het dichter bij ons zelfbewustzijn komt. Dit boek stelt de vraag: wat is eigenlijk natuurlijke intelligentie, en hoe verschilt deze van de kunstmatige intelligence die we inmiddels allemaal kennen?
Damásio verduidelijkt dat onze affectieve intelligentie oeroud is en diep geworteld in ons evolutionaire verleden, terwijl de intellectuele componenten van onze hersenen relatief nieuw zijn. Dit betekent dat zintuiglijke, taal- en reflectieve intelligentie afkomstig zijn van de meer recente ontwikkeling van de hersenschors. Voor Damásio zijn deze concepten evident, maar voor de meeste neurowetenschappers zijn ze dat niet. Daarom is het nodig om deze observaties te delen.
Hij legt ook uit dat er voortdurend een dialoog plaatsvindt tussen onze gevoelens en ons bewustzijn, en dat dit bewustzijn handelt op basis van de informatie die het ontvangt van die gevoelens. Dit proces streeft niet alleen naar evenwicht en welzijn, maar is primair gericht op het behoud van ons leven. De natuur heeft verschillende mechanismen ontwikkeld om de kans op ziekte en dood te minimaliseren, en onze gevoelens fungeren als inmiddels vertrouwde “sentinels” of bewakers van ons welzijn.
Met een optimistische inslag beschrijft Damásio de noodzaak om verder te onderzoeken hoe deze diepere kennis van onszelf kan bijdragen tot een begrip van onze sociale structuren en de betrokkenheid bij de welvaart van anderen. De relatie tussen onze natuurlijke intelligentie en de morele verantwoordelijkheden die we hebben tegenover onszelf en anderen is complex, maar noodzakelijk om te begrijpen.
De ontwikkelingen in de kunstmatige intelligentie worden aanschouwd als uitdagingen om na te denken over hoe we systemen kunnen ontwerpen die meer menselijk gedrag en empathie weerspiegelen. Damásio stelt dat hoewel AI geen natuurlijke kwetsbaarheid heeft, we een benadering moeten vinden die het mogelijk maakt om AI systematisch menselijker te maken, door eigenschappen uit de biologie te integreren.
Al met al biedt Damásio ons een venster naar een dieper begrip van de geest en ons bestaan. Zijn onderzoek en inzichten zijn niet alleen belangrijk voor neurowetenschappers, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de complexiteit van het menselijk leven. Zijn oproep om de menselijke ervaring te waarderen en opnieuw te denken over ons bestaan, is een boodschap van hoop in een wereld die voortdurend verandert.







