Niet alleen de haarkleur of het kuiltje in de kin worden van generatie op generatie doorgegeven – ook veel andere vaardigheden blijken genetisch bepaald te zijn. Vaak wordt gezegd dat het talent voor wiskunde voornamelijk van de vader komt, maar dat is een mythe. Meisjes en vrouwen zijn net zo goed met cijfers als mannen. Ook op het gebied van intelligentie geldt: dit komt zeker niet alleen van de vader. De geestelijke aanleg van de moeder heeft een grote invloed op de ontwikkeling van kinderen op school en in hun carrière.
Onderzoek ondersteunt inmiddels deze stelling: de IQ van een kind hangt statistisch gezien sterker samen met de intelligentie van de moeder. Eerder werd vermoed dat borstvoeding en moedermelk ervoor zorgden dat kinderen slimmer werden. Tegenwoordig weten we dat een belangrijk deel van de intelligentie wordt overgedragen via het X-chromosoom. Omdat vrouwen twee X-chromosomen bezitten, is de kans groter dat kinderen de bijbehorende eigenschappen van hun moeder erven.
Dit betekent echter niet dat vaders geen rol spelen. Intelligente vrouwen kiezen vaak eveneens intelligente partner – hierdoor draagt ook de vader zeker bij aan de aanleg van het kind. Bovendien is intelligentie niet alleen genetisch bepaald: de omgeving, ondersteuning, onderwijskansen en emotionele steun van beide ouders spelen een enorme rol.
Uit een studie blijkt dat het IQ van een kind slechts voor ongeveer de helft door genen kan worden verklaard. De andere helft komt voort uit levenservaringen, opvoeding en de kansen die een kind krijgt.
Intelligentie is echter niet het enige wat van de moeder wordt doorgegeven: kinderen zijn altijd een mix van moeder, vader en omgeving. Maar bij intelligentie, dagelijkse vaardigheden en enkele gezondheidsfactoren toont onderzoek aan: de invloed van moeders is vaak bijzonder sterk.







