Het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs creëert verwarring, blijkt uit de ervaringen van middelbare scholieren. Veel studenten gebruiken AI om hen te helpen bij hun schoolopdrachten, maar verschillende scholen melden uitdagingen rondom het gebruik van deze technologie in het kader van bedrog.
Rektor Brian Juul van Slotshaven Gymnasium heeft zich uitgesproken over deze situatie. In een bericht op LinkedIn maakte hij bekend dat 11 leerlingen uit de 3e klas schriftelijke waarschuwingen hebben ontvangen na het schrijven van een mini-SOP-opdracht – een eindopdracht die functioneert als een afsluitend examen in het derde jaar. Volgens Juul waren de opstellen in een taal geschreven die niet leek op die van de leerlingen en bevatten ze vaktermen die niet in het curriculum voorkomen. Hij benadrukt dat deze 11 gevallen slechts de ’top van de ijsberg’ zijn.
Brian Juul merkt op dat leerlingen hulp krijgen bij vaktermen die zij nog niet begrijpen. “In plaats van het middel te gebruiken om te leren en slimmer te worden, gebruiken leerlingen het als een shortcut naar begrip voor iets dat zij eigenlijk niet begrijpen,” zegt hij.
Juul begrijpt de verleiding voor leerlingen om AI te gebruiken en beschouwt het als een onontkoombaar onderdeel van de toekomst. Hij is echter van mening dat het hulpmiddel pas gebruikt zou moeten worden wanneer leerlingen voldoende wetenschappelijke achtergrond en kennis over AI hebben.
Volgens Juul ligt het probleem in het onderwijs systeem, dat niet is ingericht om met AI om te gaan. Het is bovendien aan elk individu school om AI als hulpmiddel te implementeren. “Ik mis politieke beslissingen die een fundament leggen voor een gemeenschappelijke aanpak in plaats van de huidige situatie, waarin ieder zijn eigen weg gaat,” voegt hij toe.
Freja Sinclair, de voorzitter van de Deense Gymnasiasten vereniging, deelt Juuls mening en roept ook om duidelijke richtlijnen. “Er moet een gemeenschappelijke basis zijn, want de situatie verschilt enorm van school tot school. Zowel docenten, leerlingen als rectors zijn in de war over hoe het nu werkt,” zegt ze.
Sinclair stelt dat het voor leerlingen lastig is om te weten hoe ze AI optimaal kunnen gebruiken zonder gezamenlijke richtlijnen, wat leidt tot taboes rondom het gebruik van AI. “Het is algemeen bekend dat we het allemaal gebruiken, maar het blijft een taboe tussen leraren en leerlingen. Men wil niet te boek staan als een leerling die AI gebruikt, terwijl iedereen het doet,” voegt ze eraan toe.
Het gebrek aan transparantie en een gemeenschappelijk begrip van AI kan leiden tot ongelijkheid onder leerlingen. Sommigen zijn beter in het gebruik van AI dan anderen en dat heeft invloed op hun prestaties. “Als je zegt dat je veel AI gebruikt, maar het is niet zichtbaar omdat je niet sterk in de stof bent, zal er vreemd naar je gekeken worden. Als je een leerling bent die hoge cijfers haalt en AI gebruikt, is er veel meer zelfvertrouwen in dat gebruik,” legt ze uit.
De Deense minister van Onderwijs, Mattias Tesfaye, erkent Juuls kritiek en meldt dat er veranderingen op komst zijn. “Ook al hebben we grafische rekenmachines, je moet nog steeds wiskunde leren. De eerste veranderingen zijn al doorgevoerd en de volgende zullen de komende schooljaren worden geïmplementeerd, waaronder examens met pen en papier.”
Daarnaast heeft het Ministerie van Onderwijs verschillende initiatieven gelanceerd om meer inzicht te krijgen in de manier waarop gymnasia met AI omgaan. Tesfaye benadrukt dat het belangrijk is om voorzichtig te zijn voordat er landelijke regels en richtlijnen worden geïntroduceerd.
Slotshaven Gymnasium is verbonden aan de onderwijsinstelling NEG, die bijna drie jaar geleden hun eerste AI-opleiding faciliteerde. Rektor Juul vindt het dan ook laat dat de minister nu gedetailleerde plannen presenteert. “Dat hij na drie jaar zegt dat hij eraan werkt, bemoeilijkt onze dagelijkse gang van zaken, vooral nu we zelf al drie jaar bezig zijn. Ik begrijp de politieke processen, maar ik vind het te laat om nu dingen te willen veranderen,” zegt hij.







