Bezoekers van de Botanische Tuin van Rio de Janeiro hebben de unieke kans om een zeldzaam natuurwonder te aanschouwen: de bloei van de talipotpalm (Corypha umbraculifera). Deze spectaculaire gebeurtenis vindt maar eens plaats in het leven van de palm, en wel elke 40 tot 70 jaar, en wordt gekenmerkt door prachtige, gele bloemen.
De talipotpalm, afkomstig uit het zuiden van India en Sri Lanka, kan een hoogte van wel 30 meter bereiken en produceert maar liefst 25 miljoen bloemen, wat leidt tot een overvloed aan vruchten. Na deze bloei begint het verouderingsproces van de palm, dat ongeveer een jaar kan duren. Dit betekent dat de palm al haar in jaren verzamelde energie gebruikt voor het creëren van bloemen en vruchten voordat ze in deze laatste fase van haar leven komt.
Volgens Marcus Nadruz, de coördinator van de Levende Collectie van de Botanische Tuin, is het proces van bloei en vruchtvorming cruciaal voor de continuïteit van de soort, zelfs als het individuele exemplaar verdwenen is. “De bloemen zijn de basis voor de vruchten. Na de vruchtvorming begint de palm aan haar veroudering. Ze verliest bladeren en sterft langzaam, een proces dat ongeveer een jaar in beslag neemt, zodat de vruchten kunnen rijpen en vallen,” legt de onderzoeker uit.
Naast de Botanische Tuin is de talipotpalm ook te bewonderen in het Aterro do Flamengo en op Sítio Burle Marx. Deze palmsoort werd in de jaren ’60 door landschapsarchitect Roberto Burle Marx geïntroduceerd in het Aterro. Het wordt geschat dat de twee exemplaren in de Botanische Tuin een vergelijkbare leeftijd hebben als die in het Aterro, aangezien ze gelijktijdig in bloei staan en de jonge planten afkomstig zijn van Burle Marx.
De Botanische Tuin van Rio heeft plannen om nieuwe planten te kweken uit de vruchten van de talipotpalm, zodat deze kunnen worden gebruikt voor aanplantingen in openbare ruimtes en parken in de stad.







