De Generatie Z Mars: Een Sociale Beweging of een Geaffiliate Campagne?
Is de mars van Generatie Z een oprechte sociale beweging of is het een campagne die versterkt wordt door algoritmes, bots en geld? Aan wie moeten we geloven nu kunstmatige intelligentie en digitale campagnes trends binnen enkele uren kunnen fabriceren? We leven in een tijdperk waarin de waarheid een technische en emotionele geschil is geworden. En Nederland is geen uitzondering: wat er vandaag op onze sociale media gebeurt, maakt deel uit van een wereldwijd fenomeen dat de academische literatuur computationale propaganda noemt.
Een van de conclusies van dit onderzoeksgebied is dat bot-farms, geautomatiseerde content, kunstmatige contentversterking en algoritmische manipulatie worden gebruikt om zowel invloed uit te oefenen als om te onderdrukken. Wat voorheen leek op een gebruiksverschil afhankelijk van het regime, blijkt nu iets te zijn dat zowel in democratieën als in autoritaire regeringen voorkomt. Daar komt een diepgaande verandering bij: de komst van kunstmatige intelligentie. Hoewel er veel gesproken is over de transformatie van politiek door “deepfakes”, is het vooral de “hyperefficiëntie” die deze technologieën met zich meebrengen, die campagnevoering het meest verandert. Kunstmatige intelligentie maakt propaganda goedkoper, gemakkelijker en sneller.
In deze context is de mars van 15 november onthullend. Hoewel de regering beweerde dat de oproep was versterkt door bots, influencers en oppositiewoordvoerders, werd de veiligheid rond de Nationale Paleis en de omgeving van het centrum versterkt. Aan de andere kant hebben sommige analyses, die het gebruik van bots meldden, gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentietools om deze accounts te detecteren, wat de resultaten van deze analyses in twijfel trekt. Hoewel er tools zijn om automatisering te detecteren, zijn er serieuze modellen en validaties met duidelijke methodologieën nodig om aan te tonen hoe deze cijfers zijn bepaald. Uiteindelijk zien we een diep gepolariseerde conversatie waarin iedereen zijn vooroordelen over deze mars bevestigt.
Maar dit fenomeen speelt zich niet alleen aan de politieke kant af. Er zijn ook gecoördineerde netwerken die afgestemd zijn op de regering, trollenaccounts die critici aanvallen en bots die de officiële narratieven verdedigen. Zowel pro-regering accounts als kritische accounts maken gebruik van particuliere bureaus, bedrijfsfinanciering en traditionele media om deze campagnes op te tuigen. Digitale manipulatie lijkt meer op een ecosysteem waarin politieke, economische en technologische actoren strijden om onze aandacht.
De literatuur over computationale propaganda waarschuwt dat blootstelling aan kunstmatig gemaakte en aangedreven informatie nadelige effecten heeft. Enerzijds erodeert het het vertrouwen in traditionele media, verkiezingsinstellingen en democratische structuren. Anderzijds vergroot het het vertrouwen in eigen politieke ideeën, zelfs als de informatie onjuist is. Propaganda is niet bedoeld om iedereen te overtuigen: het is gericht op het versterken van de reeds overtuigden en het demoraliseren van de twijfelaars. Het is een machtsspel vermomd als informatiestroom. Het ontwerp van sociale netwerken versterkt dit probleem, omdat hun algoritmes niet zijn ontworpen om discussies te bevorderen, maar om gebruikstijd en sales te maximaliseren. Aangezien desinformatie en polariserende content meer emoties en interacties genereren, geven platformen prioriteit aan inhoud die manipuleert boven die welke informatief is.
Het politieke leven van een land kan niet voortbestaan in deze voortdurende ambiguïteit. We moeten transparantie in methodologie eisen wanneer we spreken over “miljoenen bots” en onafhankelijke observatoria die digitale campagnes auditen. Want uiteindelijk blijft de centrale vraag dezelfde: als alles kan worden gefabriceerd, hoe herkennen we dan wat waar is?







