De huisvesting bij de COP werd als een ramp gezien, maar veel Brazilianen blijven optimistisch. De wereldklimaatconferentie in Belém roept gemengde gevoelens op: kan het logistiek wel succesvol zijn?
Toen de wereldklimaatconferentie in zijn thuisstad naderde, besloot Alberto Braga drastische maatregelen te nemen. Hij verwijderde de poledance-stangen, schilderde de gevel grijs in plaats van rood en de spiegels aan het plafond boven de bedden moesten ook weg. Wat betreft de bedden: eerder waren ze rond, nu zijn ze gewoon rechthoekig. Belém is tot nu toe geen toeristische bestemming en zijn hotelcapaciteiten zijn ver onder de maat voor de verwachte tienduizenden bezoekers van de conferentie. Alberto Braga zag de kans om flink te verdienen, vooral omdat hij eigenaar is van 21 kamers van, laten we zeggen, een iets andere soort. Hij bezit een urenhotel, Acrópole, dat zich in het centrum van de stad bevindt.
Vóór de conferentie kostte een kamer een uur ongeveer 12 euro. In Brazilië zijn er veel van zulke “motels”, vaak met een eigen garage en discreet, ideaal voor een ontrouwe ontmoeting. Sommige zijn eenvoudige verblijven voor een snelle afspraak, terwijl andere luxueuze etablissementen met whirlpools en champagnefonteinen zijn.
Belém, een levendige metropool in het Amazonegebied, heeft een rijke geschiedenis die ooit voortkwam uit de rubberhandel. De stad is de afgelopen honderd jaar echter wat in de vergetelheid geraakt. Slechts enkele minuten van de luchthaven zijn er onverharde wegen, stank van rioolwater overal, en enorme gieren pikken tussen de visresten in de haven. Hotels of vakantiehuizen zijn zeldzaam, wat vroeg leidde tot scepsis over de kans van de COP30 in het Amazonegebied. Een mooi symbool in de strijd tegen de opwarming van de aarde, maar logistiek gezien vraagt men zich af of dit haalbaar is. Vele mogelijke bezoekers schoven de optie om naar Rio uit te wijken naar voren.
Toch probeerden veel mensen te profiteren van de hoge vraag. De prijzen stegen tot astronomische hoogtes, wat leidde tot waarschuwingen van delegaties uit armere landen om af te zagen. De president van Oostenrijk, Alexander Van der Bellen, besloot niet af te reizen vanwege de hoge kosten. “Als je geen kamer kunt vinden, moet je maar onder de sterren slapen”, grapte de Braziliaanse president Lula, die zelf op een jacht logeert. Terwijl in het buitenland het gebrek aan accommodaties de krantenkoppen haalde, bleven veel Brazilianen kalm en zeiden: “Vai ficar tudo bem” – alles komt goed.
Brazilianen moeten niet onderschat worden. Het maken van goede sier van noodsituaties, creatief om problemen op te lossen, is een van hun kernkwaliteiten, bijna een levensfilosofie. Dit heeft zelfs een eigen woord: jeitinho – de kleine manier. Scholen werden tijdelijk omgevormd tot hostels, twee cruiseschepen fungeren als drijvende hotels, en particulieren ontdekten plots hun talent als hotelier.
De twijfels of Belém dit aankan? Op de COP wordt daar niet meer over gesproken; de focus ligt op gastvrijheid, de hitte en het heerlijke eten. En Alberto Braga, de eigenaar van het motel? “Ik heb veel geld in de verbouwing gestoken”, zegt hij. “Maar er was nauwelijks vraag.” Hij heeft slechts drie kamers kunnen verhuren en de prijs moest hij verlagen van 160 naar 65 euro per nacht. Voor hem is de COP vooral een verlieservaring. Desondanks is hij van plan het huis voortaan als Bed & Breakfast voort te zetten. Nogmaals verbouwen is geen optie. Had hij dit alles van tevoren geweten, had hij het misschien gelaten. Maar één les heeft hij geleerd: met seks kun je blijkbaar meer geld verdienen dan met klimaatconferenties.







