De Verbluffende Ontdekking: Hoe het ‘Hellevarken’ Beter Botten Kan Malen dan Leeuwen!

Een recent onderzoek naar de fossiele tanden van het uitgestorven Archaeotherium, ook wel bekend als het ‘hellevarken’, heeft onthuld dat de grootste exemplaren in staat waren om botten te malen met een effectiviteit die vergelijkbaar of zelfs beter is dan die van leeuwen en hyena’s. Deze bevinding, gepresenteerd aan de Society of Vertebrate Paleontology, werpt nieuw licht op hun rol binnen de Noord-Amerikaanse ecosystemen van ongeveer 30 miljoen jaar geleden.

De studie, geleid door experts van de Vanderbilt University, toont aan dat deze dieren zeer diverse voedingsstrategieën ontwikkelden. Uit de analyse van de micro-afslijting van de tanden, verkregen met behulp van 3D-scanners, blijkt dat grote exemplaren harde materialen consumeerden, terwijl de kleinere dieren de voorkeur gaven aan zacht weefsel. “We kunnen niet aannemen dat ze allemaal hetzelfde deden,” merkte Brynn Wooten op tijdens de presentatie van de resultaten.

Een Onverwante Verwantschap

Hoewel Archaeotherium een gelijkenis vertoont met moderne varkens, heeft het eigenlijk een nauwere verwantschap met nijlpaarden en walvissen, wat enkele unieke anatomische kenmerken verklaart. Deze dieren hadden lange koppen die tot een derde van de totale lichaamslengte konden bereiken, en een klein brein in verhouding tot hun grootte. Volgens Wooten heeft Archaeotherium een hersen-lichaamsverhouding die vergelijkbaar is met die van reptielen, wat betekent dat ze zeer domme wezens waren.

De krachtige kaken, versterkt door de craniale structuur, gaven robuustere individuen een opmerkelijk mechanisch voordeel. Eerdere studies hebben al bijtmerken gedocumenteerd op fossielen van Poebrotherium, oude Noord-Amerikaanse kamelen, wat de mogelijkheid openlaat dat deze zoogdieren regelmatig jaagden of aas consumeerden in hun omgeving.

Een Gevarieerdere Dieet dan Verwacht

De onderzochte monsters kwamen uit verschillende Amerikaanse staten, waaronder Nebraska, Oregon, Colorado en South Dakota. De verkregen gegevens wijzen erop dat kleine hellevarkens zich gedroegen als consumenten van vers vlees, terwijl de grotere exemplaren zich gedroegen als hun hedendaagse carnivore tegenhangers die gespecialiseerd zijn in het breken van botten. Expert Larisa DeSantis stelde: “Het is echt interessant dat de grote dieren in staat zijn om botten te breken.”

Deze verschillen suggereren dat verschillende soorten binnen hetzelfde geslacht verschillende ecologische niches bezetten. In sommige gevallen konden de grotere individuen profiteren van kadavers die door andere roofdieren waren achtergelaten of concurrenten intimideren om toegang te krijgen tot al gevangen prooien. In andere gevallen konden ze harde wortels of andere plantaardige middelen consumeren die ook een krachtige beet vereisten.

De gebruikte methodologie maakt het mogelijk om de textuur van de geconsumeerde voedingsmiddelen te bepalen, maar identificeert niet welke specifieke soorten deel uitmaakten van hun dieet. Om deze vraag op te lossen, is het team van plan isotopenanalyses van calcium te gebruiken die zullen helpen om de voortdurende aanwezigheid van bot in hun voeding te preciseren. Deze aanvullende testen zullen een nauwkeuriger begrip van het trofisch gedrag van een dier dat de landschapten van het Noord-Amerikaanse Paleogeen domineerde, mogelijk maken.