De Verschrikkelijke Prijs die de Amerikaanse Industrie Betaalt voor AI: Wat de Toekomst Brengt

De investeringen in kunstmatige intelligentie (AI) stijgen explosief, terwijl de uitgaven aan fabrieken in de Verenigde Staten dramatisch dalen. Dit heeft geleid tot bezorgdheid dat de huidige industrie wordt opgeofferd voor een onzekere toekomst in AI.

Yann LeCun, een invloedrijke figuur in de wereld van AI, heeft zijn twijfels geuit over de praktische waarde van generatieve AI. Hij vindt dat er meer gedaan moet worden om AI slimmer te maken, wat betekent dat er veel middelen nodig zijn voor datacenters. Deze centra worden gebouwd in een razendsnel tempo, maar deze opkomst gaat ten koste van de re-industrialisatieplannen van de VS.

Terwijl de VS investeert in de ontwikkeling van superintelligentie voorloopt op China, dat zich meer richt op betaalbare en functionele AI. De Amerikaanse focus op AGI (Artificial General Intelligence) vraagt echter om enorme investeringen in datacenters.

Een van de beloften van Donald Trump tijdens zijn campagnes was om miljoenen banen terug te brengen naar de VS. Dit zou gebeuren door fiscale stimulansen voor nieuwe fabrieken en een ‘America First’-beleid. Recentelijk blijkt echter dat de uitgaven voor nieuwe datacenters in de afgelopen zeven maanden met 18% zijn gestegen, terwijl het uitgeven aan nieuwe fabrieken met 2,5% is gedaald.

De grote techbedrijven investeren in datacenters, maar de recente overheidsbeleid, waaronder migratiebeperkingen en tarieven, heeft een gevoel van onzekerheid gecreëerd, wat investeringen in andere fabrieken belemmert. Dit leidt niet alleen tot de sluiting van fabrieken, maar ook tot massale ontslagen. In de huidige economie is het aantal verloren banen in de Amerikaanse productie, met name in de elektronica, auto-industrie en huishoudelijke apparaten, schrikbarend.

De uitgaven aan fabrieken bedraagt momenteel 18,8 miljard dollar per maand, een dalende lijn. In tegenstelling tot deze trend betreft de uitgaven aan AI datacenters een totaal andere situatie. De vier grootste technologiebedrijven (Amazon, Microsoft, Meta en Alphabet) plannen een investering van 400 miljard dollar in infrastructuur voor AI tegen 2025, een stijging van 60% ten opzichte van vorig jaar.

De groei in de AI-sector stimuleert gerelateerde industrieën, zoals de bouw van datacenters en de energievoorziening. Deze datacenters hebben enorme hoeveelheden energie nodig, wat leidt tot onderzoek naar nieuwe energiebronnen, zoals nucleaire centrales en moderne gasturbines. Deze ontwikkelingen bieden echter geen directe werkgelegenheid voor de Amerikaanse arbeider.

Recentelijk heeft AMD aangekondigd dat het Amerikaanse ministerie van Energie 1 miljard dollar heeft vrijgemaakt voor de infrastructuur. Zowel OpenAI als NVIDIA hebben aangegeven dat er ondersteuning van de overheid nodig is om deze industrie in stand te houden, wat al gevoelens van bubbels oproept.

Er is toenemende bezorgdheid over de mogelijkheid van een nieuwe bubbel, vergelijkbaar met de internetbubbel van 2000. In juli dacht 37% van de fondsbeheerders dat er een bubbel was, en in oktober steeg dit percentage naar 54%. De tech-industrie lijkt echter onverminderd door te gaan met het investeren van enorme bedragen.

Wat de toekomst brengt, is onduidelijk. Arno Hill, een voormalig burgemeester van Lordstown, waar ooit een grote GM-fabriek stond, merkt op dat hoewel hij niet weet wat er met AI zal gebeuren, mensen altijd auto’s nodig zullen hebben.