In 2016 zette Kunstmatige Intelligentie een belangrijke stap vooruit toen een programma van Google DeepMind de beste Go-speler ter wereld, Lee Se-dol, versloeg. Deze overwinning voegde zich bij een groeiende bezorgdheid die tot op de dag van vandaag aanhoudt: de machine zal de mens in een korte tijd overvleugelen. Rodrigo Quian Quiroga, professor aan het Onderzoeksinstituut van het Marziekenhuis in Barcelona, heeft echter een andere kijk op deze kwestie.
“Het is een vraag die me niet ongerust maakt, omdat het zou zijn alsof ik boos ben omdat een auto sneller gaat dan ik. De auto is gemaakt om sneller te gaan. Als er geen machine was die sneller was dan ik, was ik hier niet aan het praten,” stelt de wetenschapper.
Van Blade Runner (1982) tot Robocop (1987) heeft sciencefiction tastbaar gemaakt wat men voelt bij de vooruitgang in wetenschap en technologie. De verhalen hebben de ergste dystopieën verbeeld, die naarmate de tijd verstrijkt, steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Quian Quiroga, een specialist in geheugen en liefhebber van Matrix (1999), merkt op dat nieuwe ontwikkelingen de samenlevingen dwingen zich aan te passen.
“Er zijn veel banen die binnen zeer korte tijd niet meer zullen bestaan. Als je dat werk wilt blijven doen, is er geen manier, omdat Kunstmatige Intelligentie veel goedkoper is en het beter zal doen. De wereld is niet dezelfde als vijf jaar geleden, of zelfs minder. Of je het leuk vindt of niet, de wereld is veranderd en is voor altijd veranderd, net zoals bij de komst van het internet. Als je dat niet begrijpt, heb je een probleem. Als de overheden dat niet begrijpen, hebben ze ook een probleem.”
Als technologie alles heeft getransformeerd, wat blijven er dan voor mogelijkheden over? Quian Quiroga benadrukt dat de nieuwe angsten ook bronnen van creatie zijn en dat, ondanks de grote vooruitgangen, er nog steeds aspecten zijn die ver verwijderd zijn van de menselijke capaciteiten.
“Er zijn twee dingen die Kunstmatige Intelligentie nog ver van het niveau van menselijke intelligentie houdt. Ten eerste is het zich niet bewust van zichzelf. We hebben geen idee hoe we de machine bewustzijn kunnen geven. Niemand weet hoe een algoritme geïmplementeerd moet worden om de machine te laten ontwaken.”
Ten tweede is er de algemene intelligentie, dat wil zeggen het vermogen om complexe problemen op te lossen, zich aan te passen aan verschillende omgevingen en daaruit te leren. Dus, hoewel er geen mens is die een machine kan verslaan in een partij schaken of Go, weet men momenteel nog niet hoe men de verworven kennis in andere contexten kan toepassen.
“De machine die schaken speelt, kan geen gezichten herkennen of weten wat ze moet doen als ze de straat op gaat. Dat kunnen wij zonder erover na te denken. Je kunt een Kunstmatige Intelligentie trainen om ongelooflijk goed te zijn in een specifieke taak, maar het blijft daarbij. Wat ontbreekt, is het vermogen om die kennis over te zetten naar een totaal andere context en we hebben geen idee hoe we dat moeten doen,” besloot hij.







