De Europese Unie dringt aan op vooruitgang in het wereldwijde plan voor het geleidelijk verminderen van het gebruik van olie, aardgas en kolen. Deze oproep kwam tijdens de 30e sessie van de Conferentie van de Partijen bij de Raamovereenkomst van de VN over klimaatverandering (COP30) in de Braziliaanse stad Belém, waar Brussel zijn voorstel voor een definitieve tekst van het plan presenteerde.
EU-commissaris voor Klimaat, Wopke Hoekstra, benadrukte dat het van vitaal belang is dat het plan zo ambitieus en uitgebreid mogelijk is, en dat het een brede internationale steun verwerft buiten de EU. Hij vond dat duidelijkheid over de geleidelijke vermindering van fossiele brandstoffen in de energieproductie een sleutelcomponent is voor het succes van de conferentie, die morgen moet eindigen, ongeacht de afzonderlijke beslissingen over klimaatadaptatie.
De EU benadrukte dat de huidige nationale klimaatschema’s ver van de doelstelling voor de beperking van de wereldwijde opwarming tot 1,5 graden Celsius ten opzichte van de pre-industriële niveaus liggen.
Terwijl COP30 zijn einde nadert, dringt het gastland Brazilië er bij de bijna 200 deelnemende landen op aan ambitieuze beslissingen te nemen. President Luiz Inácio Lula da Silva waarschuwde dat als politici niet aan de publieke verwachtingen voldoen, ze het vertrouwen van de mensen kunnen verliezen. Hij gaf ook aan dat ontoereikende klimaatacties de democratische stabiliteit en internationale geloofwaardigheid bedreigen, en dat landen moeten laten zien dat ze de bezorgdheid van jongere generaties serieus nemen.
Lula da Silva benadrukte het belang van rijkere landen die arme landen ondersteunen in de strijd tegen klimaatverandering. Hij stelde dat er routeschetsen nodig zijn over hoe de mensheid zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kan overwinnen en hoe ontbossing kan worden gestopt en omgekeerd. “We kunnen Belém niet verlaten zonder oplossingen voor deze kwesties”, voegde hij eraan toe. “Dit is dringend noodzakelijk.”
Diverse landen dringen aan op een routekaart bij COP30, die een plan moet presenteren om het gebruik van olie, aardgas en kolen als primaire energiebronnen te verminderen. De Duitse minister van Milieu, Carsten Schneider, verklaarde dat het doel is om “ons te bevrijden” van fossiele brandstoffen. Desondanks zijn rijke landen in de Perzische Golf, zoals Saoedi-Arabië, die blijven profiteren van olie en aardgas, tegen zo’n plan.
Tijdens COP28, die twee jaar geleden in Dubai plaatsvond, werd er overeenstemming bereikt dat de wereld zich moet afkeren van fossiele brandstoffen, maar er werden geen tussentijdse doelstellingen of deadlines vastgesteld voor het bereiken van deze doelstelling. Bovendien willen veel ontwikkelingslanden dat industriële landen hun klimaatsteun aanzienlijk verhogen om hen te helpen zich aan te passen aan de gevolgen van de opwarming van de aarde.
Onlangs werd bekend dat Turkije de volgende VN-klimaatconferentie zal hosten, terwijl Australië de intergouvernementele onderhandelingen zal leiden, volgens een compromis dat tijdens de onderhandelingen in Belém is bereikt. De jaarlijkse klimaatconferentie is het belangrijkste wereldforum voor het bevorderen van acties ter ondersteuning van de strijd tegen klimaatverandering. Het compromis loste de geschil tussen Australië en Turkije op over wie de gastland van COP31 zou zijn. Beide landen hadden in 2022 een kandidatuur ingediend en weigerden zich terug te trekken.
“Uiteindelijk is wat we hebben bedacht een grote overwinning voor zowel Australië als Turkije”, zei de Australische premier Anthony Albanese, die het nieuws aankondigde op ABC Radio. Papua-Nieuw-Guinea uitte haar teleurstelling nadat Australië instemde met het voorstel om Turkije COP31 volgend jaar te laten hosten. “Niemand van ons is tevreden. We zijn teleurgesteld dat de zaken zo zijn verlopen”, zei de minister van Buitenlandse Zaken van Papua-Nieuw-Guinea, Justin Tkachenko, tegen de pers.
Australia had erop aangedrongen om COP31 volgend jaar samen met landen uit het zuiden van de Stille Oceaan te hosten, die steeds meer bedreigd worden door zeespiegelstijging en rampen als gevolg van klimaatverandering. Dit zou de eerste keer zijn dat de regio het belangrijkste VN-klimaatoverleg zou hosten.







