Op de klimaattop in Belém zijn significante afspraken over het verminderen van broeikasgassen niet tot stand gekomen. De naam ‘fossiele brandstoffen’ ontbreekt in het slotakkoord dat door 194 landen is bekrachtigd. Dit is een teleurstelling voor veel betrokkenen, die rekenen op een duidelijke route naar een toekomst zonder fossiele brandstoffen.
Het akkoord is het resultaat van een lange en moeizame onderhandelingsperiode, waarin de afgevaardigden probeerden een oplossing te vinden voor de dringende klimaatproblemen. De roadmap naar een leven zonder fossiele brandstoffen, gesteund door meer dan tachtig landen, is echter niet in de tekst opgenomen. In plaats daarvan zal er het komende jaar, onder leiding van Brazilië, gewerkt worden aan het versnellen van de implementatie van afspraken die eerder in Dubai zijn gemaakt. Een van deze afspraken is de noodzaak voor een wereldwijde overgang naar duurzame energie.
Tijdens de onderhandelingen kwam de EU niet zonder slag of stoot tot een akkoord. Franse minister Monique Bardut sprak van een belediging voor het Klimaatakkoord van Parijs, maar werd uiteindelijk overgehaald om de tekst te steunen. EU-commissaris Wopke Hoekstra uitte zijn frustratie over de resultaten en wijst op de noodzaak om kwetsbare landen te ondersteunen bij klimaatadaptatie. De top moest volgens velen ook demonstreren dat multilateralisme nog mogelijk is, zelfs met een land als de VS dat onder Trump de klimaatdoelen opgaf.
Drie Cruciale Thema’s
De onderhandelingen leidden uiteindelijk tot drie belangrijke thema’s: de ambitie om broeikasgasemissies te verminderen, de financiering voor arme landen en de kwestie van handel. De slottekst die door het Braziliaanse voorzitterschap werd gepresenteerd stuitte op grote weerstand bij de EU, vooral vanwege de afwezigheid van nieuwe stappen voor de vermindering van uitstoottargets. Dit leidde tot extra verplichtingen voor rijke landen, die nu meer moeten bijdragen aan de klimaatadaptatie van ontwikkelingslanden.
Hoekstra betreurde de pogingen van rijke landen om de tekst haalbaar te maken, maar waarschuwde dat strengere eisen voor uitstootreducing schadelijk zouden zijn voor de financiering die voor deze aanpassingen nodig is. De situatie werd verder bemoeilijkt door olieproducerende landen die zich verzetten tegen veranderingen in de tekst die ten koste van hun belangen zouden gaan.
Adaptatiegeld en Toekomstige Verplichtingen
Een belangrijke uitkomst van de onderhandelingen is de verhoging van het adaptatiegeld dat door rijke landen moet worden verstrekt aan ontwikkelingslanden, wat nu naar schatting 120 miljard euro bedraagt. Dit is een stijging van 40 miljard euro ten opzichte van eerdere afspraken. Echter, het betekent niet dat de EU daadwerkelijk meer gaat betalen; het betreft vooral een herschikking van financiële verplichtingen die eerder zijn beloofd.
Wereldwijd is er nu een gezamenlijke toezegging dat in 2035 rijke landen jaarlijks 300 miljard euro zullen bijdragen, gericht op zowel adaptatie als mitigatie. Het blijft echter een uitdaging om de financiering voor adaptatie goed rond te krijgen, aangezien deze investeringen vaak moeilijker terug te verdienen zijn dan andere duurzame initiatieven.
Een Onomkeerbare Verandering
VN-klimaattopman Simon Stiell gaf aan dat de gesprekken aan 194 landen hebben laten zien dat de wereld zich richting een toekomst met lage uitstoot van broeikasgassen beweegt. Ondanks de zwakke afspraken, signaleert hij een belangrijke politieke en economische verschuiving: de richting naar hernieuwbare energie is ‘onomkeerbaar’.
Stiell benadrukte dat de strijd tegen klimaatverandering nog niet gewonnen is, maar dat er steeds meer landen zijn die zich inzetten voor een betere toekomst. De klimaattop heeft de dringende noodzaak van samenwerking en actie aangetoond en zal moeten blijven zorgen dat klimaatverandering een prioriteit blijft op de wereldagenda.







