Ongeveer 4,5 miljard jaar geleden vond er een catastrofale gebeurtenis plaats die niet alleen onze planeet, maar ook onze maan vormde. De protoplanet Theia, ter grootte van Mars, botste met de jonge aarde en creëerde een enorme wolk van puin waaruit de maan is ontstaan. Maar waar is Theia gebleven? Nieuwe analyses van maan- en aardesteen, evenals meteorieten, bieden nu meer inzicht.
Recent onderzoek suggereert dat Theia en de jonge aarde naast elkaar bestonden in dezelfde regio van de oorspronkelijke zonnenevel, maar dat Theia iets dichter bij de zon omcirkelde dan onze aarde. Deze bevinding kan mogelijk een oud raadsel oplossen.
Volgens de huidige theorieën zouden de meeste overblijfselen van Theia in de maan moeten zitten. Echter, het is ook mogelijk dat een deel van het aardse gesteente is verdampt en zich heeft vermengd met de resten van Theia. Sommige wetenschappers speculeren zelfs dat er delen van Theia diep in de aarde verborgen zijn.
Tot nu toe is er geen consensus over welk scenario juist is, en de maan speelt daar een grote rol in. Als de maan voornamelijk uit het puin van Theia was ontstaan, zouden er duidelijke verschillen in isotopenwaarden tussen de maan en de aarde moeten zijn. Dit is echter niet het geval: de maan en de aarde hebben voor veel elementen bijna identieke waarden. Dit betekent dat Theia ofwel een chemische “tweeling” van de aarde was, of dat de maan voor een groot deel uit aardmateriaal bestaat.
Een mogelijke oplossing voor dit raadsel komt van Timo Hopp van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung (MPS) in Göttingen en zijn team. Zij hebben geprobeerd de oorspronkelijke positie van Theia in de zonnewind te bepalen door 15 aardse gesteenten, zes maanmonsters van de Apollo-missies en 20 verschillende meteorieten te analyseren op hun iron-isotoopverdeling.







