Het Toekomstige Werk: De Impact van Kunstmatige Intelligentie op Onze Banen

De opkomst van kunstmatige intelligentie heeft de discussies rondom werk en de toekomst daarvan opnieuw vormgegeven, wat zowel verwachtingen als angsten met zich meebrengt. Recentelijk sprak Elon Musk op een internationaal forum over de mogelijkheid dat “werk optioneel kan zijn” in een samenleving waar toegang tot werk geen economische noodzaak meer is. Deze uitspraak opende de deur naar verschillende interpretaties en reacties, waarbij technologie wordt gezien als een motor voor versnelde structurele veranderingen.

In deze context van snelle veranderingen deelde Alejandro Melamed, een internationale consultant en expert op het gebied van arbeids- en economische trends, zijn visie op de toekomst van werk en de werkelijke impact van automatisering. Tijdens een interview benadrukte Melamed dat er verschillende meningen bestaan over de toekomst van werk. “In de wereld van werk zijn er twee tegengestelde opvattingen. Aan de ene kant zijn er de techno-optimisten die geloven dat er genoeg werk voor iedereen zal zijn, en aan de andere kant de techno-pessimisten die waarschuwen voor een massale afname van banen en de noodzaak van een universeel basisinkomen,” zei Melamed.

Volgens Melamed vertegenwoordigen geen van deze extreme standpunten volledig de realiteit waar de samenleving mee te maken heeft. Hij pleit voor een alternatieve benadering: “Er is een derde groep die we de techno-hoopvolle noemen.” Degenen die deze visie delen, zien technologie als een bron van grote kansen, maar zijn ook bewust van het werk dat nog voor ons ligt om deze mogelijkheden te benutten. De focus ligt op de noodzaak om ons aan te passen, voortdurend bij te scholen en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen in een snel veranderende arbeidsmarkt.

Als we kijken naar de prognoses over het vervangen van banen, merkte Melamed op dat de meeste analyses zijn gebaseerd op huidige modellen en beperkte data. Hij noemde het voorbeeld van generatieve kunstmatige intelligentie, dat slechts drie jaar geleden niet eens ter discussie stond, maar nu centraal staat in de gesprekken over werk. Volgens schattingen van het Wereld Economisch Forum zullen er in de komende jaren 170 miljoen nieuwe banen worden gecreëerd en 92 miljoen verdwijnen, wat resulteert in een netto winst van 78 miljoen banen. Toch waarschuwde hij dat de toegang tot de betere kansen afhankelijk zal zijn van individuele kwalificaties en aanpassingsvermogen, wat de kloof tussen werknemers met verschillende vaardigheidsniveaus vergroot.

Om dit risico te mitigeren, benadrukte de specialist het belang van “upskilling” en “reskilling”: de verbetering van bestaande vaardigheden en de omscholing voor degenen die taken uitvoeren die gevoelig zijn voor automatisering. Melamed gaf aan dat de overgang naar nieuwe rollen samenwerking vereist tussen de overheid, bedrijven en de samenleving om de opleiding en herintegratie van werknemers te waarborgen.

Toen Melamed werd gevraagd of kunstmatige intelligentie een zodanige inzet zou kunnen bereiken om armoede te verminderen via een universeel inkomen, was hij voorzichtig: “We zijn daar nog ver van weg, omdat werk veel meer inhoudt dan alleen een betaalde activiteit; het is een manier om waarde bij te dragen en je plaats in de samenleving te verankeren.” Hoewel hij erkende dat er proefprojecten voor basisinkomen in landen als Zwitserland zijn, beschouwde hij de discussie als meer aanwezig in de retoriek dan in grootschalige beleidsmaatregelen.

Wat betreft de typen banen die het meest worden getroffen door technologische vooruitgang, merkte hij op dat niet alle banen zullen verdwijnen, maar dat de taken binnen elk beroep wel zullen veranderen. Hij gaf het voorbeeld van accountants, die meer adviseurs zullen worden in plaats van zich uitsluitend te richten op belastingaangiften, evenals advocaten die geleidelijk hun routinematige werkzaamheden in de rechtbanken zullen verlaten om meer strategische en anticiperende functies op te nemen. De geneeskunde zal ook een transformeerde sector zijn, waar persoonlijke aandacht en empathie onvervangbare functies blijven die niet door kunstmatige intelligentie kunnen worden overgenomen.

Een opkomend fenomeen dat Melamed identificeerde is de “FOBO”, ofwel “fear of becoming obsolete” (angst om verouderd te raken), die diepgeworteld is bij werknemers in verschillende disciplines. Hij merkte op dat universiteiten en traditionele onderwijssystemen zich moeten aanpassen en modellen van continue opleiding en ontwikkeling van micro-credentials moeten stimuleren om in te spelen op de behoeften van de arbeidsmarkt.

Volgens Melamed ligt de sleutel in het bereiken van een model van complementariteit tussen menselijke intelligentie en technologie, wat hij “verhoogde intelligentie” noemt. Deze visie verwerpt de volledige vervanging van menselijk werk en pleit voor de combinatie van technische vaardigheden, creativiteit en sociale vaardigheden. Tot slot viel Melamed het onderscheid tussen werk en werkgelegenheid op: “Traditioneel werk zal waarschijnlijk minder belangrijk worden in een meer flexibele wereld, waar mensen voor verschillende organisaties zullen werken en niet enkel voor één.”