Nieuw Onderzoek onthult de Slimheid van Kraaien!

Wetenschappers van de Nosh “Brein, Cognitieve Systemen, Kunstmatige Intelligentie” van de M.V. Lomonosov Moskou Staatsuniversiteit hebben de cognitieve vaardigheden van kraaien onderzocht. Hun bevindingen tonen aan dat deze vogels in staat zijn om problemen op te lossen die een begrip van oorzakelijke verbanden vereisen. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports.

De studie van dierenintelligentie blijft een van de belangrijkste gebieden binnen de moderne biologie en cognitieve wetenschap. In dergelijke onderzoeken is het niet alleen van belang om te ontdekken of dieren bepaalde experimentele taken kunnen uitvoeren, maar ook om de mechanismen achter hun oplossingen te verduidelijken. Met andere woorden, wetenschappers moeten het gedrag dat voortkomt uit het leren van eenvoudige associatieve regels onderscheiden van gedrag dat gebaseerd is op verworven kennis.

De onderzoekers van de MGU evalueerden het vermogen van zwarte kraaien om een complexe taak op te lossen die door hen was ontwikkeld. Deze taak bestond uit het trekken van een dienblad met voedsel, gebruikmakend van een slipkabel. In de klassieke uitvoering van deze taak kan het dienblad alleen worden getrokken door beide uiteinden van het touw vast te houden, dat door lussen in het dienblad is gestoken (als je aan één uiteinde trekt, glijdt het touw uit de lussen).

De kraaien slaagden er niet spontaan in om deze en soortgelijke taken op te lossen zonder training. Echter, nadat ze het oplossen hadden geleerd, konden sommige vogels de test uitvoeren waarbij ze de uiteinden van het touw moesten kiezen dat daadwerkelijk aan het dienblad was bevestigd.

“Dit resultaat kan erop wijzen dat de kraaien in de loop van de training voor eerdere taken kennis hebben verworven over de oorzakelijke wetmatigheden die eraan ten grondslag liggen,” benadrukt Anna Smirnova, hoofdonderzoeker van het laboratorium voor fysiologie en genetica van gedrag aan de faculteit biologie van de MGU.

De auteurs wijzen erop dat het begrijpen van de principes waarop dieren problemen oplossen niet alleen helpt om de kenmerken van hun intelligentie te onthullen, maar ook om een beter begrip te krijgen van de evolutie van cognitieve functies in het algemeen.