Nieuwe DNA-analyse: Adolf Hitler leed aan zeldzame genetische afwijking
Britse genetici hebben het erfgoed van Adolf Hitler onderzocht aan de hand van bloedresten. Volgens hun bevindingen leed de dictator aan het Kallmann-syndroom, een zeldzame aandoening die ook de geslachtsontwikkeling kan beïnvloeden.
Uit recente studies blijkt dat Adolf Hitler leed aan een zeldzame genetische afwijking, namelijk het Kallmann-syndroom. Dit is vastgesteld door Britse onderzoekers wiens resultaten zaterdag werden gepresenteerd in de tweedelige documentatie “Hitler’s DNA: Blueprint Of A Dictator”. Dit genetische probleem kan leiden tot een ontwikkelingsstoornis van de geslachtsklieren en geslachtsorganen, evenals tot een verminderd of afwezig reukvermogen.
Volgens de publieke omroep vond perschef Roswell Rosengren, terwijl Britse soldaten in mei 1945 de Führerbunker onderzochten, een bloedbevlekt stuk stof van de bank waarop de Duitse dictator enkele dagen eerder zelfmoord had gepleegd. Dit stukje stof vond na de oorlog zijn weg naar het Gettysburg Museum of History in de Amerikaanse staat Pennsylvania. In 2019 werden er DNA-monsters van genomen. De monsters werden onderzocht door geneticus Turi King van de Universiteit van Leicester, die eerder ook de resten van Richard III. had geïdentificeerd. King vertelde dat zij het bloed van de bank had vergeleken met het geanalyseerde erfgoed van verre verwanten van Hitler uit genombanken. Omdat een van de mannelijke verwanten van Hitler een Y-chromosoom van een zeldzaam type vertoonde, moet het bloed van Hitler zijn geweest.
Volgens de “Times” concludeerde King uit de analyse van de Hitler-DNA-resten: “Als hij zijn eigen genetische resultaten had bekeken, had hij zich waarschijnlijk zelf naar de gaskamer gestuurd.”
Een van de typische symptomen van de aandoening is een laag testosteronniveau. Dit verklaart waarom zijn lijfarts Theodor Morell de dictator sinds 1944 regelmatig testosteron toediende. Het is echter onduidelijk of deze nieuwe inzichten ook verband houden met het feit dat Hitler, volgens het eerste onderzoek van de gevangenisarzt van Landsberg am Lech in 1923, een misvorming aan zijn geslachtsorgaan vertoonde, namelijk een cryptorchisme, dat wil zeggen een onontwikkelde zaadbal die tijdens de puberteit in de zaadstreng was blijven steken.
Bij het Kallmann-syndroom is er bovendien een verhoogde gevoeligheid voor psychische aandoeningen zoals autisme, bipolaire stoornissen en schizofrenie. De gedetailleerde onderzoeksresultaten zullen binnenkort in een wetenschappelijk tijdschrift worden gepubliceerd. Onderzoekster King zegt vooraf al dat genetica misdaden niet kan rechtvaardigen, noch dat het mensen met vergelijkbare diagnoses mag stigmatiseren. “DNA is altijd slechts een deel van de puzzel van een persoon,” zegt King in de documentatie.







