Sardinië, een eiland rijk aan mijnverleden, herbergt een waardevol erfgoed dat voorbijgaat aan louter wetenschappelijke en archeologische interesse. Veel van de mineralen die ooit werden gewonnen, vooral uit actieve mijnen, hebben nu een aanzienlijke economische waarde op de internationale verzamelmarkt.
Een voorbeeld dat deze waarde illustreert is de fosgeniet-kristal, dat recentelijk op een tentoonstelling werd getoond. Dit bijzonder zeldzame en gewilde mineraal, met een afmeting van ongeveer 7 x 4 cm, werd gewaardeerd op maar liefst 7.000 euro. Dit toont de kostbaarheid van het Sardijnse ondergrondse aan.
Om te begrijpen waarom deze mineralen zulke hoge prijskaartjes hebben, legt geoloog Luigi Sanciu de twee belangrijkste factoren uit die de prijs van deze exemplaren bepalen: zeldzaamheid en de omstandigheden van vorming. “Fosgeniet is inherent zeldzaam,” legt Sanciu uit. “Het ontstaat onder werkelijk bijzondere geologische omstandigheden, wat de beschikbaarheid wereldwijd drastisch beperkt.”
Daarnaast speelt het historische aspect en de uniciteit een cruciale rol: “We hebben het over exemplaren die zijn teruggevonden toen de mijnen in de Iglesiente actief waren. Dit zijn ware ‘geschiedenisstukken’ die uniek en niet te repliceren zijn. Wanneer de mijn gesloten is, is de kans om exemplaren van die kwaliteit en grootte te vinden praktisch nihil.”
Dit historische perspectief heeft een aanzienlijke invloed op de waardering. Een identiek mineraal, maar afkomstig uit een actieve mijn in een ander land, zoals Marokko, zou een aanzienlijk lagere waarde hebben. De specifieke herkomst uit Sardinië en de onlosmakelijke band met de gouden periode van de extractieve industrie geven de Sardijnse kristallen een premium, waardoor ze bijzonder gewild zijn bij musea en mineralogie verzamelaars over de hele wereld.







