Ontdekking van een Zevende Zintuig: De Kracht van Afstandsgevoel

Een groep wetenschappers beweert dat mensen een zevende zintuig bezitten: het vermogen om verborgen objecten waar te nemen zonder ze direct aan te raken, een vaardigheid die ze “afstandsgevoel” noemen.

Deze ontdekking, geïnspireerd door het vermogen van vogels zoals de kleine gele poot (Tringa flavipes) om prooien onder het zand te detecteren, werd gepresenteerd op de Internationale IEEE Conferentie over Ontwikkeling en Leren.

Dit nieuwe zintuig voegt zich bij de lijst van de vijf klassieke zintuigen—aanraking, gehoor, zicht, smaak en reuk—en het zesde, dat proprioceptie wordt genoemd en het de hersenen mogelijk maakt de positie van lichaamsdelen te kennen zonder het zicht.

Eerste bewijs van afstandsgevoel bij mensen

De onderzoekers ontdekten deze capaciteit na het uitvoeren van een vergelijkend experiment tussen robots en twaalf menselijke deelnemers, die voorzichtig hun vingers over het zand bewogen en in staat waren een verborgen kubus waar te nemen door minimale verschuivingen in het oppervlak te detecteren.

“Het is de eerste keer dat afstandsgevoel bij mensen wordt bestudeerd en het verandert onze kijk op de perceptuele wereld (wat het ‘receptieve veld’ wordt genoemd) in levende wezens, inclusief mensen,” zegt Elisabetta Versace, professor psychologie en directeur van het Prepared Minds Lab, in een verklaring van de Queen Mary University.

Beter presteren dan robots

Hoewel de robots objecten op grotere afstand konden detecteren tijdens de tests, was hun nauwkeurigheid lager: mensen behaalden een score van 70,7% juistheid, terwijl de tactiele sensor van de robot talrijke valse positieven produceerde, met slechts 40% nauwkeurigheid.

Dit toont aan dat mensen een object kunnen waarnemen voordat ze het zien of aanraken. Zowel mensen als robots behaalden resultaten die dicht in de buurt kwamen van de maximale gevoeligheid die werd voorspeld door fysieke modellen, volgens deskundigen.

“Het is een uitstekend voorbeeld van hoe psychologie, robotica en kunstmatige intelligentie (AI) kunnen worden gecombineerd, wat aantoont dat multidisciplinaire samenwerking kan leiden tot zowel fundamentele ontdekkingen als technologische innovaties,” stelt mede-auteur Lorenzo Jamone, universitair docent robotica en AI aan University College London.

Gevolgen voor de toekomst van robotica en AI

De hoofd auteur, Zhengqi Chen, promovendi van het geavanceerde roboticalaboratorium van de Queen Mary University, suggereert dat deze ontdekking ook nieuwe detectietechnologieën in de robotica zou kunnen stimuleren. “Deze kennis zou als basis kunnen dienen voor de ontwikkeling van geavanceerde robots die delicate operaties kunnen uitvoeren, zoals het lokaliseren van archeologische artefacten zonder ze te beschadigen, of het verkennen van zanderige of korrelige terreinen, zoals de bodem van Mars of oceaanbodems,” stelt hij voor.

“Het onderzoek opent de deur naar de ontwikkeling van tactiele systemen die het verkennen van verborgen of gevaarlijke plaatsen veiliger, slimmer en efficiënter maken,” besluit hij.