In de uitsluitingszone rond Tsjernobyl, waar het stralingsniveau dodelijk hoog blijft voor mensen, hebben wetenschappers een opmerkelijke schimmel ontdekt die niet alleen in zulke onherbergzame omstandigheden kan overleven, maar ook straling kan benutten voor zijn eigen groei.
- De schimmel Cladosporium sphaerospermum groeit in sterk radioactieve gebieden van Tsjernobyl.
- Wetenschappers vermoeden dat melanine in de schimmel het mogelijk maakt om straling te gebruiken, vergelijkbaar met hoe planten zonne-energie benutten.
- Dit fenomeen is ‘radiosynthese’ genoemd, hoewel het mechanisme tot nu toe niet is bevestigd.
- Experimenten hebben aangetoond dat de schimmel kan beschermen tegen straling, wat belangstelling wekt in de context van ruimtevaartmissies.
- Wetenschappers weten nog steeds niet precies hoe de schimmel straling verwerkt en of hij daadwerkelijk energie uit straling haalt.
De uitsluitingszone rond Tsjernobyl, afgesloten voor mensen sinds de kernramp in 1986, is een onverwacht laboratorium van de natuur geworden. Ondanks extreme omstandigheden heeft het leven niet alleen overleefd, maar in sommige opzichten ook gebloeid. Bijzondere aandacht heeft de zwarte schimmel Cladosporium sphaerospermum gekregen, die bijna drie decennia geleden op de muur van reactor 4 werd ontdekt en die gedijt in een van de meest radioactieve gebouwen ter wereld.
Deze schimmel dankt zijn donkere kleur aan de hoge melanine-inhoud. Wetenschappers vermoeden dat deze pigment niet alleen beschermt tegen schadelijke straling, maar ook energie uit straling kan benutten in een proces dat lijkt op fotosynthese. Hoewel het concept van radiosynthese veelbelovend lijkt, is het tot nu toe niet gelukt om definitief te bevestigen dat de schimmel daadwerkelijk straling omzet in levensenergie.
Onderzoek, zowel in Tsjernobyl als aan boord van het Internationale Ruimtestation, waar schimmelmonsters naartoe zijn gestuurd, heeft aangetoond dat Cladosporium sphaerospermum niet alleen heeft overleefd, maar ook beter presteerde onder invloed van ioniserende straling. Bovendien blokkeert deze schimmel effectief een deel van de straling, wat van belang kan zijn voor toekomstige ruimtevaartmissies, waar bescherming tegen straling cruciaal is.
Ondanks talrijke studies kunnen wetenschappers nog steeds niet eenduidig uitleggen hoe de schimmel omgaat met straling en of hij deze daadwerkelijk als energiebron gebruikt. Niet alle schimmels met een hoge melanine-inhoud vertonen vergelijkbare eigenschappen, wat suggereert dat Cladosporium sphaerospermum unieke aanpassingen kan hebben.
De ontdekking van een stralingsbestendige schimmel opent nieuwe mogelijkheden voor biologische bescherming, vooral in de context van ruimte-exploratie. Echter, voordat deze opmerkelijke eigenschappen praktisch kunnen worden toegepast, moeten wetenschappers de mechanismen achter de weerstand en de potentiële omzetting van straling in levensenergie beter begrijpen.







