Het ozonhol boven de Antarktis is dit jaar al op de eerste december gesloten, zo vroeg als in zes jaar tijd. Deze positieve ontwikkeling werd bevestigd door de Copernicus Atmosphere Monitoring Service (CAMS), het EU-programma voor atmosferische observatie. De maximale omvang van het ozonhol was ook relatief klein, wat onderzoekers beschouwen als een teken dat de beschermende ozonlaag steeds verder stabiliseert.
In september bereikte het ozonhol zijn grootste omvang van ongeveer 21 miljoen vierkante kilometer, ongeveer vijf miljoen minder dan het jaar daarvoor. In november kromp het gebied aanzienlijk, totdat er geen zones met extreem lage ozonconcentraties meer te zien waren. Tegelijkertijd registreerde CAMS hogere ozonhoeveelheden in de stratosfeer boven de Antarktis.
Effecten van milieuovereenkomsten
“De vroege sluiting en de kleinere omvang zijn een bemoedigend signaal,” zei CAMS-directeur Laurence Rouil. De ontwikkeling weerspiegelt de afname van de wereldwijd verboden ozonafbrekende stoffen, die zijn vastgesteld sinds het Montreal-protocol, met name van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s), die vroeger in koelkasten en spuitbussen werden gebruikt.
Na een periode van abnormaal grote en langdurige ozonholten tussen 2020 en 2023, beschouwen deskundigen de huidige waarden als bewijs dat internationale milieuovereenkomsten effect hebben, ook al blijven meteorologische invloeden jaarlijkse schommelingen veroorzaken. De ozonlaag fungeert als een schild tegen UV-straling; als deze dunner wordt, stijgen de risico’s op huidkanker, oogschade en oogstverliezen.
De CAMS-onderzoekers gaan ervan uit dat de ozonlaag zich op lange termijn verder zal herstellen. Het kan echter nog tientallen jaren duren voordat deze volledig geregenereerd is.
