Een recent klimaatakkoord in Belém wordt beschouwd als een terugslag voor belangrijke punten zoals de afbouw van fossiele brandstoffen en investeringen in klimaataanpassing. Dit zegt de klimaatpolitiek expert Björn-Ola Linnér.
Linnér, die professor is in internationale klimaatpolitiek aan de Universiteit van Linköping, noemt het ontwerp voor het klimaatverdrag “een zeer zwakke overeenkomst”. “Het doet geen enkele stap vooruit, maar tilt eerder de voet op om in de toekomst een stap vooruit te kunnen zetten”, legt hij uit in een telefonische interview vanuit Belém.
Veel mensen hadden gehoopt op een duidelijke routekaart voor de afbouw van fossiele brandstoffen, iets dat de EU sterk heeft aangemoedigd. “Er zijn meer dan 80 landen die zich hiervoor inzetten, maar niet de grote olieproducerende landen”, voegt hij toe.
Specifiek wijst hij naar Saudi-Arabië als dat land dat een dergelijke overeenkomst heeft tegengehouden, maar hij deelt ook de verantwoordelijkheid met India. “India en Saudi-Arabië hebben echt een struikelblok opgeworpen voor een duidelijke routekaart om fossiele brandstoffen achter te laten, nu zijn er zeer zwakke formuleringen”, zegt Linnér. “Dit is buitengewoon onfortuinlijk voor de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, en veel landen zijn extreem gefrustreerd.”
Linnér merkt ook op dat er grote teleurstelling is over het feit dat de kwestie van financiering voor klimaataanpassing niet verder is gekomen, vooral omdat deze klimaatbijeenkomst zou dienen als een “klimaataanpassings-COP”. “Vooral de kwestie van de financiering voor de klimaataanpassing wekt wrok hier”, concludeert hij.
