De eerste mossen ontstonden waarschijnlijk meer dan 500 miljoen jaar geleden. Sindsdien hebben deze veerkrachtige planten zich over de aarde verspreid en gedijen ze op plaatsen waar andere planten het moeilijk hebben.
Een van de redenen waarom mos ook op stenen en muren kan groeien, is vrij eenvoudig. “Het grote verschil tussen mossen en andere planten is dat mossen geen echte wortels hebben. Dit betekent dat ze niets hebben dat ze van de aarde moet afleiden, waardoor ze op andere substraten kunnen overleven,” legt botaniste Martina Pöltl uit.
Eenvoudige Aanpassingskunstenaars
De verschillen met andere planten stoppen niet bij het ontbreken van wortels. “In mossen zijn er geen vaten. Er is dus geen water- of voedingsstoftransport in de plant zelf. Mos is daarom gedwongen om op een heel eenvoudige manier te functioneren.”
Deze eenvoudige structuur maakt het voor mossen noodzakelijk om afhankelijk te zijn van hun omgeving om voldoende water te krijgen. Mos is een wisselvochtige plant, wat betekent dat het zich aanpast aan de vochtigheid in de omgeving. Bij regen en hoge luchtvochtigheid nemen ze water direct via hun bladeren op en kunnen ze fotosynthese uitvoeren.
Energiebesparingsmodus
Als de omstandigheden veranderen en het te droog wordt voor het mos, is dat geen doodvonnis. “Mossen kunnen een soort ‘stand-by’ modus activeren, waarin ze veel minder energie verbruiken, maar waarin ze ook geen fotosynthese uitvoeren,” zegt Pöltl. Zodra de planten weer voldoende water hebben, herstellen ze zich meestal snel.
Veerkracht in Sporen
Deze bijzondere aanpassingsvermogen blijft zelfs zichtbaar in de sporen van het mos. Net als de planten zelf kunnen de sporen in een rustmodus gaan, waarin ze lange tijd inactief maar toch levensvatbaar blijven. “Het is bijvoorbeeld bekend dat de sporen van akker-mossen tot 50 jaar in de aarde kunnen overleven totdat de voorwaarden weer geschikt zijn en het mos weer kan ontkiemen,” aldus Pöltl.
Moossporen in de Ruimte
Hoe veerkrachtig mossporen daadwerkelijk zijn, werd onlangs zelfs getest door een Japans onderzoeksteam in de ruimte. Voor de studie, gepubliceerd in het tijdschrift “iScience”, werden de sporofyten van een gangbare mossoort (Physcomitrium patens) aan de buitenkant van het Internationale Ruimtestation (ISS) bevestigd. Deze sporofyten zijn de sporenproducerende structuren van de planten. De sporen waren meer dan negen maanden blootgesteld aan kosmische straling, extreme temperatuurschommelingen en het vacuüm van de ruimte.
Het resultaat? Meer dan 80 procent van de sporen overleefde hun reis in de ruimte en kiemde succesvol na terugkeer naar de aarde. “Het is werkelijk indrukwekkend dat er zo’n weerstand in deze mossporen zit,” zegt Pöltl over de Japanse studie. “Deze kennis kan nuttig zijn in onderzoek en voor natuurbescherming.”
Bescherming van Mossen
De bescherming van bedreigde mossoorten is volgens de botaniste van groot belang. Want hoewel mossen veerkrachtig zijn, zetten klimaatverandering en het verlies van vochtige gebieden veel soorten onder druk. Mossen spelen een centrale rol in het ecologische evenwicht van een regio en bieden talloze voordelen voor het milieu.
Gezond mos slaat bijvoorbeeld grote hoeveelheden koolstof op, wat bijdraagt aan de vermindering van broeikasgassen, en het bevordert als leefgebied voor veel kleine organismen ook de biodiversiteit. Bovendien helpen mossen bij het vormen van vruchtbare bodems en reguleren ze de waterhuishouding.
Meer leren over de veerkracht van mossen is daarom van groot belang. “Als men weet dat mossporen extreem lange tijd onder ongunstige omstandigheden kunnen overleven, kan dit mogelijk ook worden omgezet naar de regeneratiecapaciteit van levensruimten,” zegt Pöltl. Hierdoor kan het bijvoorbeeld makkelijker worden ingeschat of verzwakte mospopulaties zich nog kunnen herstellen door rondzwervende sporen, of dat er aanvullende beschermingsmaatregelen nodig zijn.
Geen Mos Snacks voor Astronauten
Ondanks hun indrukwekkende veerkracht hebben mossen in de ruimte, afgezien van onderzoeksdoeleinden, waarschijnlijk geen echte nut. Wat betreft astronautenvoeding zijn de tot nu toe bekende soorten in ieder geval niet optimaal, vertelt botaniste Martina Pöltl. “Hoewel er mossen zijn die naar komkommer of peper smaken, is het probleem dat ze relatief langzaam groeien.” Bovendien is het behoorlijk moeilijk om mos gericht en op grote schaal te verbouwen. Daarom zijn ze waarschijnlijk niet geschikt als voedselbron voor toekomstige ruimtemissies naar de maan en Mars.







