Al duizenden jaren markeert het gekakel van dehaan de vroege ochtend. In afgelegen dorpen en onder de inheemse bevolking wordt het gekakel van de kip nog steeds gezien als het teken dat de dag begint. Maar achter dit fenomeen schuilt een interessante wetenschappelijke verklaring.
Een van de belangrijkste redenen voor het gekakel van de hen is het bestaan van een ‘biologisch klok’ in hun lichaam. In de hersenen van de hen bevindt zich een natuurlijke klok die bekend staat als het circadiaanse ritme, dat ongeveer anderhalf uur voor zonsopgang actief wordt. Dit verklaart waarom de hen zelfs in het donker, voordat de zon opkomt, begint te kakelen op basis van hun interne klok.
Een ander aspect dat bijdraagt aan dit gedrag is het zeer subtiele licht dat al voor zonsopgang aanwezig is. Dit licht is voor de mens vaak niet waarneembaar, maar de ogen en huid van een hen reageren er wel op. Door deze lage lichtniveaus wordt de hersenactiviteit van de hen gestimuleerd, wat hun aangemoedigd om te beginnen met kakelen.
Daarnaast heeft het gekakel een belangrijke sociale functie: het is een manier voor de hen om zijn territorium aan te geven. Het eerste gekakel dient dus ook om zijn aanwezigheid en gebied aan te duiden.
Daarom wordt in veel menselijke gemeenschappen het gekakel van de hen gezien als het begin van een nieuwe dag. Deze gewoonten hebben geleid tot talrijke spreekwoorden en uitdrukkingen die nog steeds in gebruik zijn.







